Sterken en zwakken

Ds. Bas Luiten schrijft in de Reformatie over onrust in de kerken: Met liefde kun je niet alles bedekken. Hij gaat in dat artikel o.a. in op het gebruik van Romeinen 14: over het al dan niet eten van vlees dat aan de goden was geofferd. Hij reageert hiermee op een artikel van ds. A. van der Sloot in het ND: Onrust in de kerk houdt verband met hoeveelheid liefde.

Luiten schrijft dat van het gebruik van dit tekstgedeelte de suggestie uit gaat, dat de ‘onrust’ in de kerken wordt veroorzaakt door zaken die er niet toe doen. “Door ‘nieuwigheden’ die je net zo goed kunt nalaten. Waardoor je niet meer of minder bent.” Immers, het offervlees kon je eten maar ook laten staan. Beide alternatieven (wel en niet eten van offervlees) waren op zich voor God acceptabel. Ook ging het hier om een zgn. binnenkerkelijk gebeuren: over de omgang van gemeenteleden onderling.

Luitens’ analyse is: “In heel veel hedendaagse beweging zoeken gelovigen mensen naar de manier om kerk te zijn vandaag. De samenleving is in een versnelling geraakt, hoe houden we contact met haar? Mensen om ons heen zijn vervreemd, ontworteld. In korte tijd is de afstand zo groot geworden dat de christelijke boodschap niet eens meer wordt verstaan. Hoe laat je je licht schijnen voor de mensen? Hoe bereik je ze eigenlijk nog?”

“Als de wereld in een hoog tempo verandert, zal de kerk er niet aan ontkomen zich op die veranderingen in te stellen. Omdat ze vandaag het woord voor déze wereld heeft. Ze zal transparant moeten zijn in haar presentatie, duidelijk en actueel in haar spreken in haar zingen, begrijpelijk, in taal van nu. Dat is geen middelmatige zaak, die je kunt doen of laten, dit is onze goddelijke roeping. Dat alles vraagt om bezinning, om vernieuwing van taal en vormen, om de bereidheid er alles aan te doen om anderen in waarheid te bereiken.” Daarmee is het niet alleen een binnenkerkelijk gebeuren (het raakt bijvoorbeeld de jeugd van de kerk), maar zeker ook een buitenkerkelijk. “In de ‘nieuwe dingen’ gaat het meer dan eens over de meest basale waarden van de kerk.”

Dan is het niet terecht je te beroepen op je ‘zwak’ geloof en te vragen aan de ‘sterken’ nog wat geduld te hebben. Een goddelijke roeping is er voor de ‘sterken’ én de ‘zwakken’. Laten de ‘zwakken’ niet te snel grijpen naar Romeinen 14 om zo veranderingen buiten de kerkdeuren te houden. En van zowel de ‘sterken’ als de ‘zwakken’ vraagt Romeinen 14 te handelen (of juist na te laten) tot eer van God. Bij het buiten de deur houden van veranderingen, maar ook bij het doorvoeren van veranderingen kan het zomaar gaan om de eigen eer en daarmee dus niet Gods eer. Zoals we al eerder hebben gezien is dat zonde: ik-gerichtheid in plaats van God-gerichtheid. Zullen we ons door de Geest laten ontdekken aan onze motieven?

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder