Het huwelijk: als jij en ik wij worden (2)
Albert van Dieren schrijft in het boek ‘Als jij en ik wij
worden’ (van Hans Groeneboer) over ‘de dialoog – als weg naar vernieuwd
vertrouwen’. ‘Dialoog gaat over een wijze van in relatie zijn en niet over
alleen maar praten met elkaar. Het gaat over in relatie zijn op een manier
waarmee men zichzelf laat zien, zijn eigen waarheid inbrengt en tegelijkertijd
ook blijft openstaan voor de ander en diens waarheid.’ Twee belangrijke pijlers
waarop een huwelijk gebouwd dient te zijn, zijn: liefde en vertrouwen. Naast de
beide partners komt er een derde identiteit bij namelijk het ‘wij’. ‘De mate
waarin iemand investeert (AG: in het ‘wij’ en daardoor in de ander), heeft te
maken met hoe liefde en vertrouwen als fundamentele pijlers ontwikkeld zijn in
ieders persoonlijk leven.’ De begrippen ‘liefde’ en ‘vertrouwen’ worden verder
uitgewerkt in dit hoofdstuk.
Verschillen tussen een man en een vrouw zijn waardevol en
maken onze verbinding ook waardevoller. ‘Probeer nooit van elkaar te verwachten
dat je hetzelfde wordt, maar leer eerder te genieten van de verschillen.’
‘Het thema genade is cruciaal om te voorkomen dat we met
elkaar vervallen in een prestatiegerichte relatie. In het thema genade ligt de
onvoorwaardelijkheid besloten. Je houdt onvoorwaardelijk van elkaar, omdat je
voor elkaar hebt gekozen. Niet omdat je het verdient, maar op grond van een
keuze, van toewijding en trouw.’ ‘We hebben te maken met onrecht in onze
generaties, families en gezinnen. Dit onrecht maakt dat veel mensen opgroeiden
in gezinnen waar geen genade was. Je werd afgerekend op wat je deed, niet op
wie je was.’
Er zijn een aantal elementaire aspecten nodig in een gezin
om een kind te leren genade in het leven te kunnen ontvangen. Deze
basisaspecten zijn: onvoorwaardelijke aanvaarding, lichamelijke verzorging,
geestelijke verzorging, emotionele verzorging en psychologische verzorging
(discipline, liefde, betrouwbaarheid). Er zijn mensen die genade niet kunnen ontvangen.
‘Van ontvangen word je kwetsbaar. We komen door dat ontvangen in ons onvermogen,
het maakt ons afhankelijk en dat is moeilijk.’ Hij vertelt in zijn boek: “Ik
merk in het dagelijkse leven als christentherapeut dat veel mensen de boodschap
van genade niet kunnen begrijpen. Levend in een ongenadige maatschappij en een
ongenadige wereld kunnen we dit goddelijke principe niet bevatten.”
Hans schrijft ook ‘de liefde’. Over hoe je de liefde kunt
kwijtraken en hoe je de liefde kunt toepassen. Liefde is dat je
onvoorwaardelijk voor elkaar kiest en onvoorwaardelijk liefhebt. ‘Liefde moet
je doen. Het is geen gevoel, het is een keuze.’ Het is belangrijk om de liefde
toe te passen als werkwoord. ‘Als we de liefde niet toepassen en heel veel
doen, heeft alles wat we doen geen waarde. De liefde is de basis in de relatie
en niet de prestatie.’ Vervolgens werkt Hans dit thema nog verder uit aan de
hand van 1 Korintiërs 13.
Het laatste hoofdstuk gaat over ‘manipulatie binnen het
huwelijk en het gezin’. Manipulatie is: ‘mensen op een oneigenlijke manier brengen
tot keuzes waar ze zelf niet achter kunnen staan’. ‘De manipulator probeert
mensen of omstandigheden te beheersen door middel van bedriegelijke bedoelingen
of beïnvloeding.’ ‘Mensen die autonoom zijn en grenzen aan kunnen geven, zijn
moeilijk te manipuleren.’ Manipulatie is voor de manipulator een
overlevingsmechanisme. De manipulator is zelf ook ooit gemanipuleerd. Vaak gaat
manipulatie ook onbewust. Het is een ingebakken patroon in het leven van de
manipulator. Vormen van manipulatie zijn: het dwingen tot gehoorzaamheid, de
afwijzing op de persoon en niet op het gedrag, het werken met (sterke) emoties,
zwijgen, etc. ‘De manipulator moet zich bekeren van zijn gedrag en de ander
vrij maken om autonoom te zijn. De gemanipuleerde moet leren zijn grenzen aan
te geven en om passend te gaan geven, dus niet meer ten koste van zichzelf.’
‘Jezus is gekomen en daarom mag je vrij zijn, jezelf zijn! De manipulator en de
gemanipuleerde zijn beiden slachtoffer.’
Reacties
Een reactie posten