Zonde, schuld en genade

Marnix Bassie schreef op zijn weblog ‘…ik ben niet van hier…’ over vergeving en schuld. Ik sprak met hem daarover en wil nu ook graag reageren via mijn blog. Om misverstanden te voorkomen (gelukkig kent Marnix mij): ik wil met deze blog op geen enkele manier beweren dat ik de wijsheid in pacht heb. Ik voel mij verbonden met Marnix en ga naast hem staan om zo samen met hem na te denken over vergeving, schuld, genade.

Ik schreef al eerder hierover en zeg het hier opnieuw: ik denk dat wij een onderscheid moeten maken tussen onze positie, onze identiteit en ons gedrag. Onze identiteit ligt in Christus, wij zijn dood voor de zonde en levend voor God. Onze oude mens is in Christus gestorven en onze nieuwe mens met Hem opgestaan. In onze statusverandering (2000 jaar geleden bewerkstelligd door Christus) ligt de sleutel tot ons geluk. God ziet ons aan in Jezus Christus, die ons door zijn Geest deel geeft aan zijn weldaden. Wij zijn geliefde kinderen en erfgenamen van God! Duur gekocht en betaald met het bloed van Jezus Christus. Wij zijn een nieuwe schepping omdat wij één zijn met Christus. In Christus zijn wij rechtvaardig voor God.

En als wij nu zonde doen, is dat dan niet van invloed op hoe God tegen ons aan kijkt? Wordt daardoor onze positie, onze identiteit een andere? Wij doen slecht en dus zijn wij slecht? Nee, wij mogen geen isgelijkteken zetten tussen het doen van slechte dingen (gedrag) en het slecht zijn (positie, identiteit). Zonde belemmeren wel de relatie tussen God en ons, zetten die relatie onder druk, maar onze positie in die liefdesrelatie is daarmee niet een andere. Die belemmeringen moet wel weg genomen worden: God vraagt van ons bekering (berouw) en gehoorzaamheid.

Wij doen zonde en daarmee staan wij schuldig voor God. Schuld is niet voldoen aan de norm. De norm is dat wij in alles (alles = 100%!) gericht zijn op de eer van God. Zonde is ten diepste zelfgerichtheid, een gerichtheid op namaakgoden in plaats van op God. Daardoor staan wij schuldig voor God. Wij voldoen niet aan Gods norm. Om een beeld van Marnix te gebruiken: we lopen niet voor de Jordaan heen en weer zonder het beloofde land in te trekken. Nee, wij zijn het beloofde land ingetrokken en wonen daar nu (positie). Ondanks dat wij inwoners zijn (identiteit) van het beloofde land zondigen wij wel en daarmee ontstaat er schuld tegenover God. Deze schuld verandert onze positie, onze identiteit niet (wij zijn nog steeds inwoners van het beloofde land). Het belemmert wel onze relatie met God. Met onze zonde doen wij God op een ontstellende wijze tekort. Wij gedragen (gedrag) ons niet als kind van God. Gelukkig staat diezelfde God ons al op te wachten om onze zonde te vergeven, weg te doen (genade). Laten wij ons omkeren (bekeren, berouw) en naar hem toe rennen. Hij wil ons graag als zijn kind in zijn armen sluiten en tegen ons zeggen: Ik hou van je. Hij doet alsof wij nooit zonde hebben gedaan.

Reacties

  1. Mooi verwoord broer!
    Al lezend, moest ik denken aan een recente overdenking van Henri Nouwen:

    Liefde zonder voorwaarden

    Wat valt er te zeggen over de liefde van God? De liefde van God stelt geen voorwaarden. God zegt bijvoorbeeld niet: "Ik houd van je, als je ...". In Gods hart bestaat geen 'als'. God houdt van ons, en dat is niet afhankelijk van wat we doen of zeggen, hoe we eruit zien, hoe intelligent, geslaagd of populair we zijn. God hield al van ons voor we geboren werden en zal nog steeds van ons houden ook als we gestorven zijn. Gods liefde is eeuwig, niet afhankelijk van wat er in deze wereldtijd voorvalt. Betekent dat, dat het God niet schelen kan wat we doen of zeggen? Nee, want anders zou Gods liefde maar abstract zijn. Onvoorwaardelijk liefhebben betekent niet dat de ander jou niets doet. God wil met ons omgaan en wederliefde van ons ontvangen. Durf het maar aan en wees niet bang om een innige relatie met God aan te gaan. Vertrouw maar dat je liefde zult ontvangen, steeds meer liefde.

    (De tekst voor vandaag is uit "Brood voor Onderweg" Henri Nouwen - copyright Lannoo - vertaling Maria ter Steeg).

    Een ander citaat dat ook mooi kanten van die liefde belicht (Uit “Leef je verlangen” van Bert den Boer en Wim Huijser, een boek met zestien interviews, uit het interview met Arjo Klamer (cultureel econoom), nadat de gelijkenis van de verloren zoon ter sprake is gebracht) luidt als volgt:

    ………… “Hoe zit dat dan ? Natuurlijk, het gaat over heel vergaande trouw van de vader aan zijn zoon, en dat ontroert mij enorm. Mijn vader heeft mij ook eens verteld over een zoon die er thuis een bende van maakte.
    Hij werd zo kwaad op zijn vader, die hem tot de orde riep, dat hij vloekend en tierend het huis is uitgelopen met de mededeling dat hij nooit meer terug zou komen. Die belofte hield hij ook een tijd gestand.
    Tien, twaalf jaar, daarna kreeg hij een ernstige ziekte. Hij schreef zijn ouders: “Je zult me wel niet meer willen zien, maar ik ben ziek en op die en die dag wil ik bij jullie langskomen”. Ze woonden aan een spoorweg. “Als jullie een wit zakdoekje uit het raam hebben hangen, dan zie ik dat als een teken, dat jullie mij willen ontvangen”, schreef hij.
    Toen hij er met de trein langsreed, durfde hij niet te kijken en vroeg hij aan iemand anders in de trein of er een witte zakdoek hing. “Eén witte zakdoek?”, was het antwoord, “alles is bedekt met witte lakens, het is een compleet wit festijn!”. Een geweldig verhaal! En waarom raakt me dat nou zo? Het gaat behoorlijk diep. In de menselijke samenleving zijn we niet geneigd zo met elkaar om te gaan.”.

    Een fijne zondag toegewenst!
    Jaco

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder