Posts

Posts uit 2022 tonen

Het boek van vergeving

Afbeelding
Desmond Tutu en zijn dochter Mpho Tutu schreven het boek Het boek van vergeving en gaven het de ondertitel in vier stappen naar harmonie met onszelf en de ander mee.   In Zuid-Afrika werden in 1994 de eerste democratische verkiezingen gehouden. De vrees bestond ‘dat de overgang naar democratie één groot bloedbad zou worden, een orgie van wraak en vergelding’. ‘We kozen voor vergeving. Indertijd beseften we dat het vertellen van de waarheid en het helen van ons verleden de enige manier waren om ons land te redden van de vernietiging.’ Er werd een Waarheids- en Verzoeningscommissie in het leven geroepen waarvan Desmond Tutu de voorzitter werd.   Aan Desmond Tutu is ‘vaak gevraagd hoe het mogelijk was dat de mensen van Zuid-Afrika de gruweldaden en het onrecht die hen ten tijde van de apartheid werden aangedaan konden vergeven.” Hem is ook gevraagd wat hij over vergeving heeft geleerd. ‘Hoe dóen we dat, vergeven?’ Het boek geeft een antwoord op deze vragen, beschrijft het proces van

Superioriteit en minderwaardigheid

Tim Keller schrijft in zijn boek Galaten n.a.v. Galaten 5 : 26 over gevoelens van superioriteit en van minderwaardigheid.    ‘Uitdagen’ “is de houding van iemand die ervan overtuigd is dat hij superieur is, die neerkijkt op de ander die in zijn ogen zwakker is”. “’Benijden’ doe je vanuit een houding van minderwaardigheid; je benijdt iemand van wie je het gevoel hebt dat hij boven je staat, tegen wie je opkijkt.”   “In beide gevallen (AG: superieur en minderwaardigheid) ben je voortdurend gericht op wat de ander doet met jouw imago en jouw gevoel (…).”  “Zowel een meerwaardigheidscomplex’ als een minderwaardig-heidscomplex komt dus in wezen voort uit onzekerheid en minderwaardigheid. Het zijn gewoon twee uitingsvormen van ons verlangen om onszelf op een voetstuk te plaatsen, om ons waardevol te voelen als mens.”   “Maar het evangelie creëert een nieuw zelfbeeld, (…).” “Het maakt me klein tegenover alle andere mensen door me te vertellen dat ik een zondaar ben die alleen uit gen

De bijbel doet er toe in het leven van alledag

Ik las het boek Galaten van Tim Keller. In het boek wordt het Bijbelboek de brief aan de Galaten uitgelegd en toegelicht.    Keller schrijft in dit boek o.a. dat het belangrijk is te beseffen hoe diep de brief aan de Galaten ingaat op de problemen van raciale en culturele scheidslijnen en andere sociale aspecten van het christelijk leven. “De waarheid van het evangelie is niet alleen van belang voor de ivoren toren, voor de collegezaal en voor scripties; zij doet ertoe in het leven van alledag, in het hart en in het gezin, in de omgang met andere gemeenteleden en met collega’s.” Keller schrijft deze zinnen in een alinea die begint met de opmerking dat “de brief aan de Galaten te veel opgevat is als een nogal academisch debat over de leer”.    Die raciale en culturele scheidslijnen en andere sociale aspecten komen dan ook aan bod in zijn boek. Dat vind ik sowieso bijzonder aan Keller’s boeken. Het zijn niet alleen theologisch leerboeken, maar gaan ook over het leven van alle dag. O

Auschwitz en menselijke verantwoordelijkheid

In de Nieuwe Koers van september 2022 (no 7) staat een mooi interview met Jeroen Krabbé. Een interview over zijn leven, zijn ouders en voorouders, over zijn Joodse roots, over God en geloof, etc.   In dit interview zegt hij o.a. dit: “Een heel aardige man (AG: rabbijn Evers), maar dat hij vertelde dat de Holocaust niet de schuld is van God, maar van mensen… Wat is dat voor flauwekul? Na Auschwitz moet je alles wat aan God refereert naar de prullenbak verwijzen. Als mensen dan nog over God beginnen, denk ik: dónder op. Auschwitz is het bewijs dat er géén God is!”   Het is een bekend en veel gebruikt ‘bewijs’ dat er geen God kan zijn. Als God er wel zou zijn (geweest), dan had Auschwitz niet plaatsgevonden. Het is de vraag of deze bewering juist is, (zie bijvoorbeeld het boek In alle redelijkheid van Tim Keller), maar dat laat ik nu onbesproken.   Het gaat mij om het vervolg van het interview. ‘Als ik de eerste maten van de Mattheüs Passion hoor, heb ik wel een godsbesef. Bach st

Geweldloze Communicatie en de relationele grondwet

In het boek Geweldloze communicatie – Ontwapenend, doeltreffend en verbindend (Marshall B. Rosenberg) vind ik ook de drie pijlers terug die met elkaar de relationele grondwet vormen (verantwoordelijkheid, autonomie en respect).   Respect “Geweldloze Communicatie verdiept het luisteren, bevordert respect en empathie en kweekt een wederzijds verlangen om vanuit het hart te geven.”   Rosenberg geeft een opsomming met een aantal menselijke basisbehoeften. In deze lijst noemt hij ook respect .   Empathie (met empathie ontvangen of luisteren) is één van de twee onderdelen van Geweldloze Communicatie. Empathie wordt zo omschreven: “Empathie is een respect vol begrijpen en aanvaarden van wat er in de ander leeft.”   Autonomie “Het derde element van Geweldloze Communicatie is het erkennen van de bron van onze gevoelens. Geweldloze Communicatie verdiept ons besef dat het spreken en handelen van anderen misschien wel aanleiding maar nooit oorzaak van ons gevoel kan zijn. Zo zien we d

Geweldloze Communicatie en jijzelf

In het boek Geweldloze communicatie – Ontwapenend, doeltreffend en verbindend (Marshall B. Rosenberg) krijgt ook ‘jezelf’ expliciet aandacht. O.a. in hoofdstuk 9 – Compassievol contact maken met jezelf en hoofdstuk 13 – Jezelf bevrijden en anderen ondersteunen . Impliciet gaat het hele boek over ‘jezelf’. Jezelf is een onlosmakelijk onderdeel in het communicatieproces. Het gaat om de interactie tussen jou en een ander.   Rosenberg schrijft dat de belangrijkste toepassing van Geweldloze Communicatie misschien wel ligt “in de manier waarop we met onszelf omgaan”. In de manier waarop je mededogen ontwikkelt met jezelf. “We zijn mededogend naar onszelf, wanneer we alle aspecten in onszelf omarmen, en de behoeften en waarden die in elk aspect tot uiting komen (h)erkennen.”   “Als we innerlijk geweldvol naar onszelf zijn, is het moeilijk om werkelijk compassievol naar anderen te zijn.” Het gaat in hoofdstuk 9 over zelfhaat, schaamte en schuld, autonomie, zelfbeeld, zelfveroordeling,

Geweldloze Communicatie

Afbeelding
Ik las het boek Geweldloze communicatie – Ontwapenend, doeltreffend en verbindend van Marshall B. Rosenberg. Hieronder meer over deze wijze van communiceren en het gedachtegoed van Geweldloze Communicatie.  Aanleiding Rosenberg is tot de ontdekking van Geweldloze Communicatie gekomen vanuit “de overtuiging dat we in wezen niets liever willen dan geven en ontvangen vanuit mededogen , (…).” Hij noemt dat in zijn boek ook wel “onze natuurlijke staat van mededogen”. De schrijver geeft aan dat hij het grootste deel van zijn leven zich beziggehouden heeft met de volgende twee vragen: (1) “Hoe komt het dat we van ons natuurlijk mededogen vervreemd raken, waardoor we gewelddadig worden en anderen uitbuiten?” (2) “En omgekeerd, hoe kan het dat mensen soms onder de moeilijkste omstandigheden compassievol blijven?” Wat is Geweldloze Communicatie ? Het is een wijze van communiceren “die ons ertoe brengt om te geven van hart tot hart”. Het is een benadering “die ons op zodanige manier verb

Ik wil zo graag iemand veranderen

Heb je wel eens de behoefte gevoeld om iemand te veranderen? Nee, als iemand een plezierige, sympathieke, lieve man of vrouw is, zal die behoefte er niet zijn. Maar wat nu als iemand destructief gedrag vertoont? Of als je iemand wel achter het behang zou willen plakken? Of als iemand verslaafd is?   Gabor Maté geeft een antwoord op die vraag in hoofdstuk 33 van zijn boek Hongerige geesten – de psychologie van verslaving . Dit hoofdstuk heeft als opschrift Wat ik tegen families, vrienden en verzorgers zou willen zeggen meegekregen. Maté schrijft dat “dierbaren van een verslaafde hem graag willen veranderen”, maar dat kan niet.   Maar, wat dan wel? “Familie, vrienden en partners van verslaafden hoeven soms maar één redelijke beslissing te nemen: er voor de verslaafde zijn en hem accepteren zoals hij of zij is, of ervoor kiezen om er niet voor hem of haar te zijn zoals hij of zij is.” En over dit accepteren, deze acceptatie zegt hij vervolgens o.a. dit: “Acceptatie in een relatie tus

Is verslaafd-zijn een keuze?

Is verslaafd-zijn een keuze? Een vraag waarbij Gabor Maté in zijn boek Hongerige geesten – de psychologie van verslaving uitgebreid stilstaat. Bij het lezen van dit boek triggerde deze vraag mij, omdat ik al eerder schreef over keuzevrijheid . Dit naar aanleiding van het boek De Keuze van Edith Eger. Ook schreef ik een blog over de paradox vrijheid om te kiezen én keuzevrijheid is een illusie .   De vraag is verslaafd-zijn een keuze is belangrijk, omdat “een kernveronderstelling van de strijd tegen drugs is dat de verslaafde ervoor kan kiezen om niet verslaafd te zijn en dat strenge sociale of wettelijke maatregelen hem ervan zullen weerhouden om zijn verslaving in stand te houden.”   Maté formuleert in zijn boek het dilemma van vrijheid bij verslaving als volgt: “een mens die grotendeels door onbewuste krachten en automatische hersenmechanismen wordt gedreven is niet goed in staat om ook maar enige zinvolle keuzevrijheid in de praktijk te brengen”.   In het algemeen is er v

Wanneer verdient iemand respect?

Wanneer verdient een mens respect ? Ik sprak met iemand over deze vraag. Ik zei dat iedereen respect verdient ongeacht zijn mening of overtuiging. De ander (mijn gesprekspartner) vond dat ook maar maakte één uitzondering op deze regel: iemand verdient respect tenzij zijn mening, zijn overtuiging tegen Gods wil of gebod ingaat. Dus het was voor haar een respect-tenzij. Respect is een thema dat bij mij vooral betekenis heeft gekregen vanuit de relationele grondwet . Daarnaast geeft het zoeken op mijn blog naar het woord ‘ respect ’ de nodige hits: het onderwerp vind ik belangrijk en ik heb er veel over nagedacht. Het bovengenoemd gesprek hield mij nog lang bezig. Is respect nu onvoorwaardelijk of is het voorwaardelijk?  Wij spraken er later samen nog een keer over door. De andere nuanceerde haar mening en stelde dat iemand (als persoon ) altijd respect verdient, maar zijn of haar mening niet als deze ingaat tegen Gods wil. Maar, is dat niet een wat bijzondere stelling? Als je de be

Hoop in bange tijden

Afbeelding
Ik las het boek Hoop in bange tijden – De betekenis van Jezus’ opstanding van Tim Keller. Hieronder heb ik het boek samengevat. De titel van het boek geeft het al aan: het boek is door Keller geschreven in een tijdperk van angst en onzekerheid. Zowel maatschappelijk als persoonlijk: Keller heeft tijdens het schrijven van het boek ‘te dealen’ met de diagnose alvleesklierkanker. “Dood, pandemie, onrecht, sociale stagnatie – we hebben opnieuw een kiezelsteen van hoop nodig.” Keller wil ons die hoop aanreiken in zijn boek. Keller schrijft dat dit de ‘grondthese’ is van zijn boek: dat de opstanding van Jezus Christus zowel de kracht als het patroon biedt voor een leven dat verbonden is met Gods toekomstige nieuwe schepping. In hoofdstuk 1 - Vaste hoop werkt Keller uit dat het christendom een historisch, redelijk en genadig geloof is. Hij benadrukt de historiciteit van de kruisiging en opstanding van Jezus Christus en zet deze tegenover het gedachtegoed van het liberale christendom.

Emotionele competentie

 Je kunt je vatbaarheid voor ziekte en het stimuleren van genezing beïnvloeden. Gabor Maté schrijft daarover in zijn laatste hoofdstuk (p. 289 ev.) van zijn boek Wanneer je lichaam nee zegt . Hij noemt zeven elementen van genezing die je helpen bij het ontwikkelen van je emotionele competentie. “Emotionele competentie is het vermogen om op een verantwoorde manier in verhouding tot onze omgeving te staan, zonder een slachtofferrol aan te nemen en zonder onszelf te schaden. Dat is het noodzakelijke innerlijke fundament voor het kunnen omgaan met de onvermijdelijke spanningen in het leven” (p.294). Dit zijn de zeven elementen: Acceptatie : de bereidheid om te erkennen en te accepteren hoe de dingen zijn. Bewustzijn : “het oppikken van authentieke emotionele signalen’; het onder ogen zien van de emotionele waarheid over ons leven; de tekenen van stress in ons lichaam herkennen. Boosheid : het gaat hier over de onderdrukking van boosheid. Dat betekent niet dat we moeten kiezen voor een

Wanneer je lichaam nee zegt

Afbeelding
Iemand bracht mij de film The Wisdom of Trauma onder de aandacht. Een bijzondere film waarin een inspirerende man (Gabor Maté) zijn visie ontvouwt en demonstreert in allerlei indrukwekkende en ontroerende casussen over wat trauma’s doen bij mensen en hoe ze er mee om zouden kunnen gaan. Ik besloot om vervolgens zijn boek Wanneer je lichaam nee zegt  te lezen. Dit leerde ik van het boek. Helemaal aan begin van het boek maakt Maté al duidelijk dat in het moderne leven lichaam en geest gescheiden worden (p.9). “Maar in het leven bestaat deze scheiding niet. Er is geen lichaam dat niet geest is, geen geest die niet het lichaam is” (p.20). Maté schrijft dat door “vorige generaties van artsen en wetenschappers” het verband tussen lichaam en geest werd aangetoond, maar dit verband is (in onze moderne tijd) spoorloos verdwenen “in een soort medische Bermudadriehoek” (p.16-17). “Al onze overtuigingen over gezondheid en ziekte worden beïnvloed door dualistisch denken, het splijten van iets wa

Zelfdifferentiatie bij Friedman

In het boek van Edwin H. Friedman – Van geslacht op geslacht krijgen de begrippen zelfdefinitie en zelfdifferentiatie veel waarde mee. Maar, wat is nu (zelf)differentiatie en zelfdefinitie precies? Eerst wat citaten. Citaten “Met differentiatie bedoelen we het vermogen van een gezinslid om zijn of haar eigen levensdoelen en waarden te bepalen, los van de druk van de omgevingsfactoren. ‘Ik’ te kunnen zeggen, wanneer anderen ‘jullie’ en ‘wij’ van je vragen” (p.34). “Het omvat ook het vermogen tot een (relatief) niet-angstig-bezorgde presentie te midden van bezorgde systemen en om maximale verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen bestemming en het eigen emotionele bestaan” (p.34). “Dit concept moet echter niet verward worden met autonomie of narcisme. Differentiatie betekent een ‘ik’ te kunnen zijn, terwijl men met anderen verbonden blijft” (p.34). En als Friedman schrijft over de differentiatieschaal van Bowen, dan zegt hij daar o.a. dit: “Wanneer ze (AG: ‘hun kinderen’) ui