Wanneer je lichaam nee zegt


Iemand bracht mij de film
The Wisdom of Trauma onder de aandacht. Een bijzondere film waarin een inspirerende man (Gabor Maté) zijn visie ontvouwt en demonstreert in allerlei indrukwekkende en ontroerende casussen over wat trauma’s doen bij mensen en hoe ze er mee om zouden kunnen gaan. Ik besloot om vervolgens zijn boek Wanneer je lichaam nee zegt te lezen. Dit leerde ik van het boek.

Helemaal aan begin van het boek maakt Maté al duidelijk dat in het moderne leven lichaam en geest gescheiden worden (p.9). “Maar in het leven bestaat deze scheiding niet. Er is geen lichaam dat niet geest is, geen geest die niet het lichaam is” (p.20). Maté schrijft dat door “vorige generaties van artsen en wetenschappers” het verband tussen lichaam en geest werd aangetoond, maar dit verband is (in onze moderne tijd) spoorloos verdwenen “in een soort medische Bermudadriehoek” (p.16-17). “Al onze overtuigingen over gezondheid en ziekte worden beïnvloed door dualistisch denken, het splijten van iets wat één geheel is. We proberen het lichaam te begrijpen als losstaand van de geest” (p.13).

Maté schrijft dat in zijn boek gekeken wordt “naar een biopsychosociaal geneeskundig model”. “Volgens de biopsychosociale zienswijze weerspiegelen iemands biologische aspecten het gehele verleden van zijn of haar organisme, inclusief alle interacties met de omgeving. Hierbij is sprake van een voortdurende uitwisseling van energie waarbij psychologische en sociale factoren net zo belangrijk zijn als fysieke factoren" (p.272).

Volgens Maté is een oorzaak-gevolgmodel van ziekten “op zichzelf een bron van misvatting” (p.271). Er is sprake van een systeemmodel: men gaat “ervan uit dat meerdere processen en factoren van invloed zijn op het ontstaan van de ziekte of op het genezingsproces” (p.272). “Geen enkele ziekte heeft slechts één oorzaak” (p.272).

Het boek heeft als ondertitel meegekregen: Verborgen stress en de gevolgen voor je gezondheid. Het onderwerp stress is een belangrijk aandachtspunt in het boek. Maté geeft aan dat één van zijn doelen om dit boek te schrijven is “om onze door stress gedreven maatschappij een spiegel voor te houden (…)” (p.9). Wij associëren stress veelal met een soort nerveuze spanning, maar die ‘definitie’ dekt de lading niet. Stress is enerzijds nodig voor het leven (acute stress) en kan anderzijds een oorzaak zijn van ziekte (chronische stress). Deze laatste variant doet zich voor omdat iemand de stressfactoren niet herkent of omdat iemand er geen controle over heeft. Stressfactoren kunnen zowel vanuit de omgeving als inwendig aanwezig zijn. Je kunt dus denken niet al te veel last te hebben van stress, terwijl er tegelijkertijd wel sprake is van verborgen stress. Onze uitdaging is om chronische stress te reguleren. Hiervoor is o.a. het verwerven van emotionele competentie nodig. Ik zal in een aparte blog terugkomen op deze emotionele competentie.

Het boek is (ook) geschreven voor de leek. Toch ontkomt Maté er niet aan om je de nodige biologische, medische theorie voor te schotelen. Ik ervoer dat niet als hinderlijk. Integendeel, het maakt mij nog eens duidelijk hoe ongelofelijk complex, ingenieus, briljant de mens geschapen is. Wat een wonder! En wat kan de mens in al zijn complexheid gemakkelijk een disharmonie of disbalans oplopen, last hebben van stress. Ziekte als een uitdrukking van een innerlijke disharmonie (p.273).

De schrijver behandelt in het boek een heel scala aan ernstige ziektes: MS, ALS, allerlei soorten kanker, ziekte van Crohn, ziekte van Alzheimer, auto-immuunziekten, reumatische ziektes, asma, etc. etc. Hij laat met talloze voorbeelden (casussen) en aan de hand van talloze onderzoeken zien hoe er een verband kan zijn tussen deze ziektes en onderdrukte boosheid, woede en emoties, perfectionisme, emotionele afhankelijkheid, opgelopen trauma’s vanuit je kindertijd, verlatingsangst, het ontkennen of onderdrukken van conflicten, niet of onvoldoende kunnen afgrenzen, hechtingsproblematiek, gebrekkige autonomie en zelfdifferentiatie, psychologische onvolwassenheid, sociale, economische en culturele factoren, etc.

Bij het constateren van een ziekte zou je volgens Maté een tweeledig onderzoek moeten instellen: “wat zegt de ziekte over het verleden en het heden, en wat kan mij helpen met het oog op de toekomst” (p.274). Veel behandelingen richten zich vooral  en alleen op de toekomst. De schrijver roept de zieke op bereidheid te tonen om te kijken naar wat niet werkt (“negatief denken”). “Wat is niet in evenwicht? Wat heb ik genegeerd? Waar zegt mijn lichaam nee tegen? Zonder deze vragen blijven de stressfactoren verborgen die verantwoordelijk zijn voor de onbalans in ons” (274).

Heb ik zo alles genoemd? Nee, het is een boek dat zich er voor leent om het meerdere keren te lezen en elke keer weer wat nieuws te ontdekken en te leren. Voor nu laat ik het hier bij. Zoals gezegd kom ik in een volgende blog terug op het onderwerp emotionele competentie.

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder