Posts

Er worden posts getoond met het label Identiteit

Superioriteit en minderwaardigheid

Tim Keller schrijft in zijn boek Galaten n.a.v. Galaten 5 : 26 over gevoelens van superioriteit en van minderwaardigheid.    ‘Uitdagen’ “is de houding van iemand die ervan overtuigd is dat hij superieur is, die neerkijkt op de ander die in zijn ogen zwakker is”. “’Benijden’ doe je vanuit een houding van minderwaardigheid; je benijdt iemand van wie je het gevoel hebt dat hij boven je staat, tegen wie je opkijkt.”   “In beide gevallen (AG: superieur en minderwaardigheid) ben je voortdurend gericht op wat de ander doet met jouw imago en jouw gevoel (…).”  “Zowel een meerwaardigheidscomplex’ als een minderwaardig-heidscomplex komt dus in wezen voort uit onzekerheid en minderwaardigheid. Het zijn gewoon twee uitingsvormen van ons verlangen om onszelf op een voetstuk te plaatsen, om ons waardevol te voelen als mens.”   “Maar het evangelie creëert een nieuw zelfbeeld, (…).” “Het maakt me klein tegenover alle andere mensen door me te vertellen dat ik een zondaa...

De bijbel doet er toe in het leven van alledag

Ik las het boek Galaten van Tim Keller. In het boek wordt het Bijbelboek de brief aan de Galaten uitgelegd en toegelicht.    Keller schrijft in dit boek o.a. dat het belangrijk is te beseffen hoe diep de brief aan de Galaten ingaat op de problemen van raciale en culturele scheidslijnen en andere sociale aspecten van het christelijk leven. “De waarheid van het evangelie is niet alleen van belang voor de ivoren toren, voor de collegezaal en voor scripties; zij doet ertoe in het leven van alledag, in het hart en in het gezin, in de omgang met andere gemeenteleden en met collega’s.” Keller schrijft deze zinnen in een alinea die begint met de opmerking dat “de brief aan de Galaten te veel opgevat is als een nogal academisch debat over de leer”.    Die raciale en culturele scheidslijnen en andere sociale aspecten komen dan ook aan bod in zijn boek. Dat vind ik sowieso bijzonder aan Keller’s boeken. Het zijn niet alleen theologisch leerboeken, maar gaan ook over het le...

De toegevoegde waarde van een christelijke identiteit

Ik schreef in mijn vorige blog over je Zelf (je identiteit) in relatie tot het christendom. Over zelfexpressie, zelfvalidatie en de ultieme vorm van zelfvalidatie zoals het christendom die aanreikt. Keller gaat in een ander boek van hem (Bij je volle verstand – een uitnodiging voor sceptici) verder in op deze christelijke identiteit (het Zelf). Hij besteedt in genoemd boek twee hoofdstukken aan identiteit: hoofdstuk 6 over Het probleem van het zelf en hoofdstuk 7 over Een identiteit waar je niet onder gebukt gaat en die anderen niet uitsluit . Hoofdstuk 7 gaat over die christelijke identiteit. Opnieuw de vraag: wat voegt het christendom nu toe aan je identiteit? Structurele (on)zekerheid Het Zelf baseert zich volgens Keller doorgaans op succes of prestatie of op een of andere (liefdes)relatie. Bij relaties kun je denken aan je ouders of je kinderen of je partner. Maar of je van deze relaties bevestiging en erkenning krijgt, is de vraag. Het zijn onzekere bronnen van liefde en waa...

Zelfvalidatie en het christendom

Ik schreef in mijn vorige blog over het contextuele begrip zelfvalidatie . Een begrip uit de contextuele theorie van Nagy . Wat voegt het christendom hier nu nog aan toe? Keller geeft een antwoord op die vraag. Zelfexpressie betekent: “Je moet erachter komen wat je dromen zijn, vooral welke het sterkst zijn, en die waarmaken – anders krijg je het gevoel dat je gefaald hebt. Onder dat vooruitzicht worden veel mensen in allerlei sectoren van onze samenleving verpletterd, namelijk daar waar geld, uiterlijk, macht, succes, intelligentie en romantische liefde allemaal niet gewoon goede dingen, maar noodzakelijke identiteitsfactoren worden.” Zelfvalidatie zegt dat je anderen nodig hebt om je Zelf te valideren, van waarde te laten zijn. Om te beseffen dat je waardevol bent. Volgens Keller biedt het christendom de ultieme vorm van zelfvalidatie . Het christendom biedt je de ultieme erkenning – goedkeuring van God aan als hij naar ons kijkt in Jezus Christus. “Het is ‘één zijn met hem,...

Zelfexpressie of zelfvalidatie

Ik schreef al eens eerder over het contextuele begrip zelfvalidatie . In het boek Tussen mensen van Nuyts & Sels wordt het begrip zo uitgelegd: het begrip beschrijft het proces “waarbij we onszelf een waarde toekennen en onszelf geldig verklaren. Omdat we echter bestaan bij gratie van de ander, hebben we voor deze validatie van het Zelf de ander nodig. De betekenis die ik mezelf geef en het beeld dat ik over mezelf vorm, komt tot stand in het gebied tussen mensen ”. “De ander fungeert daarbij als spiegel en toetssteen en is onmisbaar om te bevestigen dat we het goed doen. Als iemand onze investering ziet en ontvangt, verzamelen we stempels in het stempelboekje van het leven. Deze stempels verinnerlijken de herinnering dat we waardevol zijn.” De theoloog (!) Tim Keller (in zijn boek: Preken – Geloof overbrengen in een sceptische tijd ) verraste mij met een soortgelijke omschrijving van wat Nagy zelfvalidatie noemt. Die omschrijving doet hij in het hoofdstuk waarin hij onze aand...

n.a.v. Goede Vrijdag

Ik las Goede Vrijdag – de dag dat de revolutie begon van Tom Wright. In het boek komt veel aan de orde, maar in deze blog beperk ik mij tot één onderwerp; dat wat Wright schrijft over afgoderij en zonde . Afgoderij Wat is afgoderij? “’Afgoderij’ omvat uiteraard veel meer dan het maken en aanbidden van fysieke beelden. Het doet zich telkens voor wanneer we iets in de geschapen orde boven de Schepper stellen. Wanneer mensen een deel van de schepping of een kracht binnen de schepping vereren, geven ze hun macht weg aan die aspecten van de geschapen orde, die dan over hen gaan regeren.”   Als ik nadenk over afgoderij moet ik denken aan het boek Namaakgoden van Tim Keller. Keller geeft, in dezelfde lijn als Wright, een beschrijving, definitie van afgoden en afgoderij. Keller schrijft heel gedetailleerd over afgoden of namaakgoden. Hij deelt ze in in categorieën en schrijft over een afgoderijsysteem. Afgoderij kent allerlei vormen en daarnaast beïnvloeden de verschillende afgo...

je ECHTE ik (6)

Afbeelding
naar deel 5 In hoofdstuk 6 schrijft David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn over Je echte ik ontwikkelen . Dit nadat in het vorige hoofdstuk het ontmaskeren van je on echte ik aan de orde is geweest. Eerst moet je je onechte ik ontmaskeren voordat je je echte ik kan ontwikkelen. Je echte ik Benner komt in hoofdstuk 6 terug op zijn stelling uit het eerste hoofdstuk: “De antropologische vraag (wie ben ik?) en de theologische vraag (wie is God?) zijn fundamenteel niet te scheiden.” “Het echte ik is precies het tegenovergestelde van alles wat ik heb beschreven als het onechte ik.” Je vindt je echte ik door God te zoeken. Ons echte ik kan alleen bestaan in relatie met God. Je identiteit is wie je bent en wordt in Christus. Roeping Je echte ik brengt naast vrijheid ook een roeping met zich mee. “Onze roeping, (…), kunnen we alleen begrijpen in relatie tot degene die roept.” Benner onderscheidt een aantal niveaus in die roeping: we zijn geroepen 1)...

je ECHTE ik (5)

Afbeelding
naar deel 4 In hoofdstuk 5 schrijft David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn over Je onechte ik ontmaskeren . Je echte ik: Gods beeld of een illusie Dit hoofdstuk gaat over authenticiteit: het ontmaskeren van je onechte ik en het veranderen naar je echte, authentieke ik. Je echte ik is een ik dat naar Gods beeld geschapen is. Als je die ik verwerpt, schep je daarmee een onechte ik naar je eigen beeld. Hoe je zou zijn als je God was. Maar, je bent God niet. Het is een illusie te denken dat je God bent. Kern van het onechte ik Benner schrijft dat ‘de kern van het onechte ik bestaat uit het geloof dat mijn waarde afhangt van wat ik bezit, wat ik presteer en wat anderen van mij denken’. ‘De kern van het onechte ik is een verlangen om een zelfbeeld en een manier van omgaan met de wereld te presenteren.’ Je onechte ik ‘is gebouwd op een buitensporige gehechtheid aan een zelfbeeld, waarvan we denken dat het ons bijzonder maakt’. Het probleem is de ...

je ECHTE ik (4)

Afbeelding
naar deel 3 In hoofdstuk 4 schrijft David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn over jezelf kennen zoals je echt bent . Je onechte ik en je echte ik In het vorige hoofdstuk gaf Benner een antwoord op de vraag Hoe kent God ons? God houdt van je, heeft je zo lief, dat het ‘ons voorstellingsvermogen te boven gaat’. In dit hoofdstuk komt hij opnieuw terug bij diezelfde vraag en antwoord. Hij zegt daarover: God heeft niet je schijn-ik of onechte ik lief, maar je ware of echte ik. Maar, wat is je echte ik? Je verwart je echte ik voortdurend met je ideaal ik, je ik die je zou willen zijn (schijn, illusie). Ieder mens is van nature een ‘meester in bedrog’. Zelfbedrog is je default setting. Je echte ik herkennen is heel moeilijk. Je illusies moeten daarvoor laag voor laag verwijderd worden. Hier komt weer de relatie tussen God kennen en jezelf kennen om de hoek kijken. ‘God zien zoals hij (AG: echt) is (…) vereist dat we onszelf zien zoals we echt zijn.’ And...

je ECHTE ik (3)

Afbeelding
naar deel 2 In hoofdstuk 3 begint David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn met het onderwerp jezelf kennen : ‘de eerste stappen naar zelfkennis’. Weten dat je diep geliefd bent Benner begint bij het begin en hij citeert daarbij J.I. Packer die de volgorde van dit kennen benoemt: ‘Waar het vóór alles op aankomt, is dan ook niet het feit, dat ik God ken, maar het veel belangrijker feit, dat Hij mij kent .’ ‘Al onze kennis van God is afhankelijk van Gods voortdurende initiatief ons te kennen.’ Dat roept de vraag op: hoe kent God ons? Wat vindt God van jou? Allereest is het een persoonlijk (individueel) kennen. Daarnaast heeft God ons lief, ‘op een diepe, intense manier die ons voorstellingsvermogen te boven gaat’. ‘De waarheid is dat God van je houdt met (…) “een gepassioneerde, intens betrokken belangstelling”.’ ‘Godskennis noch zelfkennis kunnen echt groeien, tenzij het begint met het besef hoeveel God van ons houdt.’ ‘Om te zorgen dat de kennis va...

je ECHTE ik (2)

Afbeelding
naar deel 1 Zoals in mijn vorige blog al gezegd, behandelt David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn (met als ondertitel: Ontdek je echte ik ) in hoofdstuk 2 het onderwerp God kennen . God heeft zich laten kennen Allereerst schrijft Benner dat God zich heeft laten kennen. Hij wil gekend worden. ‘Openbaring is fundamenteel voor Gods karakter. God wil zichzelf aan ons bekendmaken.’ Mensen kunnen dus God kennen. Ons kennen zal bestaan uit een objectief kennen en daarnaast kan het ook een persoonlijk kennen (ervaring) behelzen. Beperkte kennis van God (persoonlijk kennen) is meer waard dan onbeperkte kennis over God (objectieve kennis) (naar een citaat van J.I. Packer). Daarnaast vereist God kennen ook overgave; dit kennen vraagt een reactie van ons. God kennen = Jezus ontmoeten Jezus is het beeld van de onzichtbare God ( Kolossenzen 1 :15 ). Anders gezegd: De onzichtbare God is zichtbaar geworden in Jezus. ‘Jezus is de brug tussen hemel en aard...

Je ECHTE ik (1)

Afbeelding
David G. Benner verbindt in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn (met als ondertitel: Ontdek je echte ik ) al direct op pagina 1 van hoofdstuk 1 zelfkennis en Godskennis aan elkaar. Volgens Benner is er een samenhang tussen jezelf kennen en God kennen en heeft deze overtuiging een ‘gerespecteerde plek in de christelijk theologie’. Hij noemt en verwijst in dit verband naar grote namen als Johannes Calvijn, Thomas à Kempsis en Augustinus. Christelijke spiritualiteit In zijn definitie van christelijke spiritualiteit koppelt Benner zelfkennis en Godskennis aan elkaar: ‘Christelijke spiritualiteit betekent een transformatie van het ik die alleen dán optreedt als we God en het ik beiden diep kennen.’ Dus bij geestelijke groei of transformatie speelt zelfkennis (naast Godskennis ) een belangrijke rol. Benner schrijft dat daar zijn boek over gaat: ‘Dit boek gaat over de reis naar je echte ik-in-Christus en het leven vanuit de roeping die daarmee samenhangt.’ Die reis ga...

Ontdek je echte ik

Afbeelding
Ik schreef eerder (in mijn blogs over ‘goed en kwaad’) over het werkelijke ik en het ideale ik . David G. Benner schrijft vanuit christelijk spiritueel perspectief over het echte ik en het onechte ik in zijn boek: Gods geschenk jezelf te mogen zijn – Ontdek je echte ik . In de Inleiding van het boekje schrijft Benner over ‘het geestelijke veranderingsproces van de christen’. Het doel van dat proces of die reis is volgens Benner ‘ de transformatie van het ik’ . Het gaat daarbij om het kennen van jezelf (je ik) en van God. Je echte ik is een ik-in-Christus. ‘ …. als we meer en meer worden als Christus, worden we meer ons eigen, unieke, echte ik. ’ Hoe meer we gaan lijken op Christus, hoe meer we de mens worden die God bedoeld had en heeft. Benner schrijft in zijn boekje over zelfkennis, identiteit en authenticiteit. Het gaat over je (geestelijk) verlangen naar uniekheid (uniciteit). Het zijn voor Benner niet alleen maar psychologische begrippen, maar zeker ook geestelijke begripp...

Eindelijk thuis: de vader

Afbeelding
Henri schrijft in zijn boek ‘Eindelijk thuis’ dat het schilderij in plaats van ‘De terugkeer van de verloren zoon’ ook de titel ‘Het welkom door de Barmhartige Vader’ had kunnen meekrijgen. “Jezus’ gelijkenis is in feite een ‘gelijkenis van de liefde van de Vader’.” “Zelden werd Gods onmetelijke, barmhartige liefde op een dergelijke aangrijpende manier tot uitdrukking gebracht.” “Elk detail van de gestalte van de vader – (…) – getuigt van Gods liefde voor de mensen, een liefde die er vanaf het begin al is geweest en die er altijd zal zijn.” “Het hart van de vader brandt van een mateloos verlangen om zijn kinderen thuis te brengen.” Ik ben er van overtuigd schrijft Henri dat “veel van mijn emotionele problemen als sneeuw voor de zon zouden wegsmelten, als ik de waarheid van Gods moederlijke, niet-vergelijkende liefde kon laten doordringen tot het diepste van mijn hart.” “Ik begin nu in te zien hoe radicaal het karakter van mijn geestelijke reis zal veranderen, als ik mij God nie...

Eindelijk thuis: de oudste zoon

Afbeelding
Het tweede deel van de geestelijke reis van Henri, zoals beschreven in ´Eindelijk thuis´ gaat over de oudste zoon. Hoe meer hij over de oudste zoon nadenkt, des te meer herkent hij zichzelf in hem. Het kost hem geen moeite om zich te identificeren met de oudste zoon. Ook de oudste zoon raakte verloren en op drift, hoewel hij thuisbleef. “Deze verlorenheid kenmerkt zich door oordelen en veroordelen, door boosheid en wrok, door bitterheid en jaloezie. Niets is zo funest en zo schadelijk voor het hart dan juist deze verlorenheid.” De verlorenheid van de jongste zoon is heel doorzichtig. De verlorenheid van de oudste zoon is veel moeilijker te onderkennen. “Deze ervaring: niet in staat te zijn binnen te treden in de vreugde van een ander, is de ervaring van een hart vol wrok. De oudste zoon kon het huis niet binnengaan om de vreugde van zijn vader te delen. Zijn zelfbeklag verlamde hem en daardoor kon hij door duisternis worden overvallen.” Henri schrijft dat hoe meer hij over de o...

Eindelijk thuis: de jongste zoon

Afbeelding
Henri Nouwen schrijft in zijn boek ‘Eindelijk thuis’ over zijn geestelijk reis. Een reis die zich voltrekt in drie etappes. Eerst identificeert Henri zijn met de jongste zoon. De verloren zoon die weer thuiskomt. Maar thuiskomen impliceert een vertrek. De jongste zoon vertrekt met de erfenis naar verre oorden, ondanks dat zijn vader nog springen levend is. De jongste zoon geeft blijk van een ‘provocerende opstandigheid’. Hij verlaat zijn (geestelijk) huis. “Thuis, dat is het centrum van mijn wezen, waar ik de stem kan horen die zegt: ‘Jij bent mij liefste zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb’.” Henri stelt de vraag: “Waar hoor ik thuis? Bij God of in de wereld?” “De liefde van de wereld is een voorwaardelijke liefde en zal dat ook altijd blijven. Zolang ik mijn ware identiteit zoek in de wereld van de voorwaardelijke liefde, blijf ik de slaaf van de wereld, gevangen in de cirkel van proberen en falen.” “Telkens wanneer ik de onvoorwaardelijke liefde zoek waar ze niet gevonden ka...

Eindelijk thuis: terugkeer van verloren zoon

Afbeelding
Henri Nouwen schrijft in zijn boek ‘Eindelijk thuis’ over het avontuur dat hij beleeft met Rembrandts’ schilderij ‘De terugkeer van de verloren zoon’. Dit schilderij beeldt het verhaal uit zoals dat beschreven is in Lucas 15 : 11 – 32 . Het avontuur, de geestelijke ontdekkingsreis van Henri begint in 1983 als hij oog in oog komt te staan met een poster van het genoemde schilderij. Hij herkent zich in de verloren zoon die zich geborgen weet in de armen van zijn vader. In 1986 maakt Henri kennis met het originele schilderij van Rembrandt en wel in het museum de Hermitage in Sint-Petersburg. Uren zit Henri op een stoel voor het schilderij en neemt hij het tafereel in zich op. Henri schrijft: “Het schilderij nam mij volledig in beslag. Dit moment was inderdaad een thuiskomst.” Henri identificeert zich achtereenvolgens met de jongste zoon, de oudste zoon en de vader. Ook Rembrandt herkent hij in de jongste, de oudste zoon en de vader. In de jongste, de oudste zoon en de vader...

Je eigen stukje grond

Onze persoonlijkheid, onze persoonlijke identiteit kan vergeleken worden met een ‘ erf ’, een eigen, uniek stukje grond. Aspecten van onszelf, van onze identiteit , van onze persoonlijkheid zijn ons lichaam, onze opvattingen, onze gevoelens, ons gedrag, onze gedachten, onze talenten en vermogens, onze verlangens en onze keuzes. Allemaal aspecten of kenmerken van ons erf. Grenzen - afbakenen Ons eigen stukje grond is niet oneindig of onbeperkt. Nee, het is juist beperkt, afgegrensd of afgebakend. Het stukje grond kent grenzen . Onze grenzen die van anderen  moeten we  accepteren en respecteren. Het is belangrijk dat wij onze eigen beperkingen (begrenzing) kennen van bijvoorbeeld onze talenten en vermogens. Of dat wij onszelf lichamelijk op de juiste manier afbakenen naar anderen toe: tot hier en niet verder. Met grenzen definiëren wij onszelf (identiteit). Zij laten zien wat van ons (persoonlijk) is en wat niet van ons is. Een grens maakt duidelijk waar wij eindigen...

“Liefde ontvangen is liefde leven”

Afbeelding
In mijn vorige blog schreef ik dat volgens Arie de Rover (in zijn boek ‘ Leven na de genadeklap ’) de jacht naar status een belangrijk levensdoel is van veel mensen. Status als voedsel, als voedselbron voor de identiteit. Maar status houdt je gevangen, maakt je onvrij. Bij het nieuwe of vrije leven hoort een andere bron: LIEFDE. “In het geval van een identiteitsrelatie tussen God en jou, springt er direct een hoofdkenmerk bovenuit: LIEFDE.” “Die liefde van God heeft jou in je hart getroffen en voedt nu je identiteit. Het ontvangen van dat identiteitsvoedsel, dat ‘geestelijke genadebrood’, verandert jouw persoonlijkheid naar de aard van dat voedsel. (…) Liefde ontvangen is liefde leven.” Ook Dallas Willard schrijft in zijn boek  ‘ Gods geheime plan ’ over deze liefde. In hoofdstuk 5 van zijn boek schrijft hij over ‘De gezindheid van het koninkrijk: Meer dan de goedheid van de schriftgeleerden en farizeeën’. Dit naar aanleiding van Matteüs 5 : 21 – 48 . Willard verwijst i...

Status als identiteitsvoedsel

Afbeelding
In hoofdstuk 6 van het boek ‘ Gods geheime plan ’ schrijft Dallas Willard over de ‘twee grootste belemmeringen of blokkades voor een leven in voortdurende interactie met God en een gezonde groei in het koninkrijk’. Dit naar aanleiding van Matteüs 6 . Die twee grootste belemmeringen of blokkades zijn: verlangen naar de goedkeuring van anderen en het verlangen naar de zekerheid van materiële rijkdom. Bij het verlangen naar goedkeuring van anderen gaat het over status, over presteren, over succesvol zijn. Status is volgens Arie de Rover in zijn boek ‘Leven na de genadeklap’ een belangrijke voedingsbron voor onze (‘oude’, niet bevrijde) identiteit. Tim Keller noemt succes in zijn boek ‘ Namaakgoden ’ een afgod. Hij schrijft: “Meer dan andere afgoden geeft eigen succes en prestatie het gevoel dat je zelf een god bent, dat je zekerheid en je waarde berusten op je eigen wijsheid, kracht en staat van dienst.” Willard schrijft over de valstrik van status het volgende: “H...