Zelfexpressie of zelfvalidatie
Ik schreef al eens eerder over het contextuele begrip zelfvalidatie.
In het boek Tussen mensen van Nuyts & Sels wordt het begrip zo
uitgelegd: het begrip beschrijft het proces “waarbij we onszelf een waarde toekennen
en onszelf geldig verklaren. Omdat we echter bestaan bij gratie van de ander,
hebben we voor deze validatie van het Zelf de ander nodig. De betekenis die ik
mezelf geef en het beeld dat ik over mezelf vorm, komt tot stand in het gebied tussen
mensen”. “De ander fungeert daarbij als spiegel en toetssteen en is
onmisbaar om te bevestigen dat we het goed doen. Als iemand onze investering
ziet en ontvangt, verzamelen we stempels in het stempelboekje van het leven.
Deze stempels verinnerlijken de herinnering dat we waardevol zijn.”
De theoloog (!) Tim Keller (in zijn boek: Preken – Geloof overbrengen in een sceptische tijd) verraste mij met een soortgelijke omschrijving van wat Nagy zelfvalidatie noemt. Die omschrijving doet hij in het hoofdstuk waarin hij onze aandacht vraagt voor het laatmoderne (postmoderne) denken van onze tijd. Hij schrijft in dat verband o.a. over het identiteitsverhaal.
De laatmoderniteit staat voor “een identiteit die gebaseerd is op zelfexpressie – zonder te luisteren naar stemmen van buitenaf – (…)”. Een identiteitsvorming dus die veronderstelt dat je “uit het niets een ‘zelf’ moet creëren”. Keller schrijft dat dit “in feite een illusie is” en geeft in het vervolg een nadere toelichting. “Je kunt je waarde niet ontlenen aan wat je in jezelf ziet: dat moet in hoge mate bij anderen vandaan komen.” “We hebben iemand van buitenaf nodig om tegen ons te zeggen dat we enorm waardevol zijn, (…).” Hij komt met deze toelichting, deze omschrijving uit bij wat Nagy zelfvalidatie noemt.
Bijzonder om Keller als theoloog een pleidooi te zien voeren voor zelfvalidatie. Hij zegt er nog meer over, maar dat bewaar ik voor een volgende blog.
Reacties
Een reactie posten