je ECHTE ik (4)
In hoofdstuk 4 schrijft David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn over jezelf kennen zoals je echt bent.
Je onechte ik en je
echte ik
In het vorige hoofdstuk gaf Benner een antwoord op de vraag Hoe kent God ons? God houdt van je,
heeft je zo lief, dat het ‘ons voorstellingsvermogen te boven gaat’. In dit
hoofdstuk komt hij opnieuw terug bij diezelfde vraag en antwoord. Hij zegt
daarover: God heeft niet je schijn-ik of onechte ik lief, maar je ware of echte
ik. Maar, wat is je echte ik? Je verwart je echte ik voortdurend met je ideaal
ik, je ik die je zou willen zijn (schijn, illusie). Ieder mens is van nature
een ‘meester in bedrog’. Zelfbedrog is je default setting. Je echte ik
herkennen is heel moeilijk. Je illusies moeten daarvoor laag voor laag
verwijderd worden. Hier komt weer de relatie tussen God kennen en jezelf kennen
om de hoek kijken. ‘God zien zoals hij (AG: echt) is (…) vereist dat we onszelf
zien zoals we echt zijn.’ Anders gezegd: je onechte ik creëert een onechte God.
Je illusies verduisteren zowel je blik op God als op jezelf.
Verdedigingsmechanismen
De wortels van je onechte ik liggen in je gezin van herkomst
en wat je als kind leerde. Je onechte ik is een schijn-ik: ‘(…) we leren doen
alsof, en wenden voor hoe we denken dat belangrijke anderen willen dat we zijn
en ontkennen het bewijs van het tegendeel’. Je verdraait de werkelijkheid en
psychologische verdedigingsmechanismen doen hun intrede in je leven. Deze
onbewuste strategieën helpen ons op de korte termijn te overleven, maar
blokkeren groei op lange termijn. Groei is gebaseerd op een toewijding aan de
werkelijkheid (het zien en aanvaarden wat er echt is) en dus niet op het
ontkennen ervan, een vlucht uit die werkelijkheid.
Zondaar
‘”Er is iets in mij (…) dat God verwerpt en daardoor ook
mijn diepste werkelijkheid als mens, gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis.”’
Ieder mens is een zondaar. Benner zegt daarmee niet dat je identiteit gebaseerd
is op je zondaar-zijn. ‘Je bent niet alleen een zondaar; je bent een diep
geliefde zondaar. Dat maakt alle verschil in de wereld.’ God houdt van je,
ondanks je zondaar zijn. Dit maakt het mogelijk om jezelf als zondaar te kennen
en ondanks dat jezelf lief te hebben. Je mag jezelf aanvaarden zoals God jou
aanvaard – juist in je zondaar-zijn. ‘Het begint allemaal met het kennen van
Gods liefde.’ Je mag God ontmoeten op de plek waar God al op je wacht: midden
in je gebrokenheid en zonde. Zonde is niet alleen kwestie van gedrag. ‘Zonde is
wie we zijn.’ Geestelijke transformatie gaat daarom ook veel dieper dan het
vermijden van zonde. We moeten de zonden achter de zonden (gedrag) leren
ontdekken. De kernzonde.
Opsporen kernzonde
Benner noemt en beschrijft als hulpmiddel ‘om fundamentele
zondige neigingen op te sporen is een oude benadering voor het inzicht in de
persoonlijkheid’: het Enneagram. ‘Het uitgangspunt achter het Enneagram is dat
onder alles wat we doen een hoofdverleiding ligt die specifiek is voor ons.’
Elk persoonlijkheidstype heeft een hoofdverleiding of kernzonde. ‘De kernzonden
die het Enneagram op een rij zet zijn allemaal verbonden met een
basisbehoefte.’ Met deze basisbehoefte is niets mis, maar zodra we van zo’n
behoefte ons hoogste doel maken, dan is er sprake van zonde.
Zelfkennis is Gods
geschenk
Echte ‘zelfkennis is
bereikbaar voor iedereen die 1) het echt wil, 2) bereid is biddend op zijn
gedrag te reflecteren en 3) de moed heeft zichzelf en God in de stilte te
ontmoeten. ‘Zelfkennis is Gods geschenk, niet het resultaat van jouw
introspectie.’ ‘Het is tijd doorbrengen met God en God de ruimte geven je te
ontmoeten en je te helpen jezelf te kennen, zoals je gekend bent.’
Reacties
Een reactie posten