je ECHTE ik (6)
In hoofdstuk 6 schrijft David G. Benner in het boekje Gods geschenk jezelf te mogen zijn over Je echte ik ontwikkelen. Dit nadat in het vorige hoofdstuk
het ontmaskeren van je onechte
ik aan de orde is geweest. Eerst moet je je onechte ik ontmaskeren voordat je
je echte ik kan ontwikkelen.
Je echte ik
Benner komt in hoofdstuk 6 terug op zijn stelling uit het
eerste hoofdstuk: “De antropologische vraag (wie ben ik?) en de theologische
vraag (wie is God?) zijn fundamenteel niet te scheiden.” “Het echte ik is
precies het tegenovergestelde van alles wat ik heb beschreven als het onechte
ik.” Je vindt je echte ik door God te zoeken. Ons echte ik kan alleen bestaan
in relatie met God. Je identiteit is wie je bent en wordt in Christus.
Roeping
Je echte ik brengt naast vrijheid ook een roeping met zich
mee. “Onze roeping, (…), kunnen we alleen begrijpen in relatie tot degene die
roept.” Benner onderscheidt een aantal niveaus in die roeping: we zijn geroepen
1) om volledig mens te zijn; 2) om christen te zijn. “Maar we kunnen onze
roeping ook zien in (…), de manier waarop we vanuit onze uniciteit leven binnen
de meer algemene oproep volledig mens te worden” en christen te zijn (en te
worden). Ieder van ons heeft een specifieke roeping die is gebaseerd op onze unieke identiteit, gaven en
persoonlijkheid. Een roeping die ligt in de gegevens van mijn bestaan. “Mijn
temperament, mijn persoonlijkheid, mijn kwaliteiten, mijn interesses en passies
zeggen niet alleen wie ik ben, ze zeggen allemaal iets over wie ik geroepen ben
te zijn.” God schept ieder van ons uniek. “God komt ons ook tegemoet in onze
uniciteit.” Hij wil ons door Christus te volgen brengen bij ons meest echte,
unieke ik.
Geluk en onze
vervulling
“Ons geluk is voor God belangrijk. (…) Wat hij ons wil geven
is de diepe vreugde die het resultaat is van het vinden van ons ik in
Christus”. “Ook onze vervulling is voor God belangrijk”. Hij wil niet ons
onechte ik vervullen, maar ons echte ik. Ons ik-in-Christus. Dit is de enige ik
waarin je ooit je authenticiteit zal vinden.
Epiloog: de weg van
transformatie
Het boek gaat over de
geestelijke reis van je onechte ik naar je echte ik. Benner’s boek gaat over de
weg van transformatie. “God ontmoeten in onze diepten transformeert ons van
binnenuit.” “Ons hart is de plaats waar God wil wonen.” Bij deze geestelijke
reis mag het ik niet worden overgeslagen. “We moeten het omarmen en diep
kennen.” Augustinus bad het al: “Mag ik u kennen, mag ik mezelf kennen.”
Reacties
Een reactie posten