Ik wil zo graag iemand veranderen

Heb je wel eens de behoefte gevoeld om iemand te veranderen? Nee, als iemand een plezierige, sympathieke, lieve man of vrouw is, zal die behoefte er niet zijn. Maar wat nu als iemand destructief gedrag vertoont? Of als je iemand wel achter het behang zou willen plakken? Of als iemand verslaafd is? 

Gabor Maté geeft een antwoord op die vraag in hoofdstuk 33 van zijn boek Hongerige geesten – de psychologie van verslaving. Dit hoofdstuk heeft als opschrift Wat ik tegen families, vrienden en verzorgers zou willen zeggen meegekregen. Maté schrijft dat “dierbaren van een verslaafde hem graag willen veranderen”, maar dat kan niet. 

Maar, wat dan wel? “Familie, vrienden en partners van verslaafden hoeven soms maar één redelijke beslissing te nemen: er voor de verslaafde zijn en hem accepteren zoals hij of zij is, of ervoor kiezen om er niet voor hem of haar te zijn zoals hij of zij is.” En over dit accepteren, deze acceptatie zegt hij vervolgens o.a. dit: “Acceptatie in een relatie tussen volwassenen kan simpelweg betekenen dat je erkent dat de ander is zoals hij of zij is, zonder hem of haar te veroordelen en zonder je eigen ziel aan te tasten met wrokgevoelens omdat de ander niet verandert.” 

Maté gaat verder: “Het idee dat iemand anders ‘zou moeten’ zijn dan hij of zij is, is toxisch voor jouzelf, voor de ander en voor de relatie. Ook al geloven we misschien dat we uit liefde handelen, als we kritisch zijn over anderen of heel hard ons best doen om iemand te veranderen gaat het altijd over onszelf.” Hij geeft direct daarna een voorbeeld om dit te verduidelijken: “’De vrouw van de alcoholist draagt bij aan de schaamte die haar man ervaart, (…).’ ‘In feite zegt de echtgenote: hij is slecht en ik ben goed. Misschien ontkent ze wel haar eigen verslaving aan een bepaalde geesteshouding, zoals zelfingenomenheid, martelaarschap of perfectionisme.’” 

“Betekent dit dat vrienden, dierbare of collega’s nooit met verslaafden over hun keuzes praten? Verre van dat. Het is alleen wel zo dat dit soort gesprekken alleen maar succes kunnen hebben – en soms kunnen ze de situatie zelfs erger  maken – als ze vanuit liefde worden gevoerd, op een zuivere manier die niet bezoedeld is door oordeel, wraakzucht of een afwijzende toon. Hiervoor moet het doel duidelijk zijn. Is het mijn doel om mijn grenzen aan te geven en mijn behoeften te uiten, of probeer ik de ander te veranderen?” Jouw grenzen en jouw behoeften liggen op jouw stukje grond. De ander veranderen, is aan hem of haar. 

“Waar het om gaat is met welke instelling je het gesprek aangaat.” “Het gesprek moet niet worden aangegaan in de vorm van een eis, maar als een uitnodiging die afgeslagen mag worden.” En: “Voordat we ons op de een of andere manier in het leven van iemand anders mengen, moeten we ons afvragen: hoe doe ik het eigenlijk in mijn eigen leven?” “Ik probeer de ander te bevrijden, maar hoe vrij ben ik eigenlijk zelf?” Die vragen zijn belangrijk, omdat ze kunnen voorkomen dat je je onbewuste angsten en zorgen op de ander projecteer. 

Maté schrijft over verslaving en verslaafden, maar ik denk dat wat hij schrijft ook op gaat voor minder of niet-verslaafden. Maté schreef al eerder in zijn boek dat hij verslaving niet ziet als “een kwestie van ‘je hebt het wel of je hebt het niet’ – maar als een subtiel en uitgebreid continuüm. De belangrijkste bepalende eigenschappen ervan gelden voor alle mensen die ergens aan verslaafd zijn, van de geprezen workaholic (…) tot de verarmde, gecriminaliseerde en bijna duivelse crackverslaafde (…).”

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder