Kennis heeft een objectieve en subjectieve kant

Één van de zinnen waarmee Keller mij bij het lezen van Bij je volle verstand triggerde, was deze: ‘Zowel zij die in God geloven als zij die dat niet doen komen op hun standpunten uit door een combinatie van ervaring, geloof, argumentatie en intuïtie (p.10).’ Verderop in het boek schrijft hij er opnieuw over en lezen we o.a.: ‘Sociaal wetenschappers hebben beargumenteerd dat we iets uiteindelijk ‘voor waar houden’ door gebruik te maken van een hele reeks methoden, waaronder analytisch denken, ervaring, invoelen of ‘mentaliseren’, en intuïtie (p.54).’ Mensen proberen de werkelijkheid te begrijpen ‘door middel van een proces dat rationeel, persoonlijk, intuïtief en sociaal is (p.54).’

Op basis hiervan trekt Keller de conclusie: ‘De rede werkt niet zelfstandig en kan dat ook niet (p.54).’ Mensen komen dus niet uit bij argumenten alleen door er verstandelijk over na te denken en verstandelijk te redeneren. In zo’n proces van nadenken en redeneren spelen ook andere factoren een rol (persoonlijk, intuïtie, sociaal, e.d.).

Maar, hoe verhouden die factoren, die van invloed zijn op onze argumenten, onze aannames, ons geloof, zich ten opzichte van elkaar? Om dit uit te leggen, voert Keller de wetenschapper en filosoof Michael Polanyi ten tonele (p.48 ev.). Volgens Keller heeft Polanyi beargumenteerd, dat ‘handeling van menselijke kennis op twee niveaus werkt’: ‘gefocust bewustzijn’ en ‘onderliggend bewustzijn’. Gefocust bewustzijn heeft betrekking  op de rechtstreekse, bewuste aandacht die iemand schenkt aan ‘een object dat hij waarneemt’. Onderliggend bewustzijn heeft betrekking op het toepassen van een hele reeks aannames, die onder de oppervlakte zitten en die we niet als zodanig herkennen.

We beginnen dus altijd aan de waarneming van iets met een ‘voorbegrip’ van bestaande overtuigingen, verwachtingen en waarden die bepalen wat we zien, wat we aannemelijk achten en wat niet (p.48).’ ‘Deze onuitgesproken kennis, waarvan we ons nauwelijks bewust zijn, vormt onze bewuste redeneringen meer dan we beseffen. Vaak vinden we bepaalde argumenten vooral overtuigend vanwege onze onderliggende overtuigingen, …. (p.49).’

Er zit dus zowel een objectieve als een subjectieve kant aan kennis. ‘…. Michael Polanyi stelt overtuigend dat deze beide opvattingen – van puur objectivisme of subjectivisme – zichzelf onderuithalen en uiteindelijk onmogelijk te handhaven zijn (p.53).’

Deze ‘theorie’ past Keller ook toe. Hij geeft o.a. met voorbeelden aan wat hier achter wegkomt:
  • Seculieren zouden zich moeten realiseren dat hun visie een ‘interpretatie’ is, een manier om de werkelijkheid uit te leggen, en dus niet simpelweg de enig objectieve (rationele), feitelijke weergave van de werkelijkheid (p.68).
  • Christenen moeten niet denken dat ze terrein kunnen winnen met rationele bewijzen en argumenten (p.68).
  • Mensen die het geloof de rug toegekeerd hebben, doen dat (veelal) niet louter en alleen op basis van rationele argumenten. De omgeving waarbinnen ze dingen logisch vinden (persoonlijk, sociaal, e.d.) verandert voordat ze theoretische redenen (rationele argumenten) hebben om van gedachten te veranderen (p.65).
  • De expliciete leerstukken (de officiële leer) van het christendom zijn ingebed in een ‘ondersteunende context’ van ‘stilzwijgende’, onderliggende overtuigingen. Als die overtuigingen wegvallen, kan dat leiden tot het verlies van heel het geloof. 

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder