Vrijheid zonder grenzen is onmogelijk en ongewenst
Recentelijk had ik een gesprek over het onderwerp
‘vrijheid’. In dat gesprek kwamen vragen aan de orde zoals: Is vrijheid onbegrensd? Hoeverre gaat vrijheid in relaties?
Tim Keller schrijft in zijn boek Bij je volle verstand ook over vrijheid en wel in hoofdstuk 5. In
dit hoofdstuk gaat het o.a. om de vraag: ‘Waarom
heb ik niet de vrijheid om te leven zoals het mij goeddunkt, zolang ik anderen
maar geen kwaad doe (p.120)?’
Vrijheid is volgens Keller een van de vaste gegevens van het menselijk bestaan,
dingen waar we niet zonder kunnen (p.261). Inderdaad, individuele vrijheid is
belangrijk. Keller geeft aan dat in onze samenleving/ cultuur vrijheid echter
niet slechts als belangrijk wordt gezien, maar als ‘het ultiem goede’, het
‘hoogste goed’ (p.123). ‘Vrijheid is gaan
betekenen dat er geen beperkingen of restricties meer voor ons bestaan
(p.124).’ Vervolgens gaat hij uitleggen waarom vrijheid op deze manier
onwerkbaar, onmogelijk is.
Vrijheid is praktisch
gezien niet werkbaar
Bij de definitie vrijheid is een vrijheid zonder beperkingen
of een vrijheid om de mogelijkheden te doen wat we maar willen, stelt Keller de
vraag: ‘ … hoe werkt die definitie als de
dingen die je wilt strijdig zijn met elkaar (p.125)?’ ‘Op het niveau van ons dagelijks leven zijn er talloze vrijheden, en
niemand kan ze allemaal hebben (p.125).’
Vrijheid is ‘niet de afwezigheid van
beperkingen maar het kiezen van de juiste beperkingen en de juiste opgeefbare
vrijheden’ (p.126). Daar komt bij
dat allerlei restricties min of meer een gegeven zijn. Je lichaam stelt
beperkingen, de overheid stelt restricties, je werkgever biedt je geen
onbegrensde vrijheid aan, etc. Bij deze beperkingen heb je veelal geen of maar
heel beperkt een keuze. Dit zijn zeker geen keuzes zonder beperkingen.
Vrijheid en
psychologie
In de eindnoten van hoofdstuk 5 noemt Keller nog andere
argumenten die aangeven waarom vrijheid (in de betekenis van ‘zonder
beperkingen’) onmogelijk is. Hij haalt daar een filosoof aan, die
beargumenteert, dat ‘keuzevrijheid een
illusie en een mythe is. Hij wijst (1) op de macht van het onderbewuste, (2)
naar hoe de samenleving en de cultuur werken om ons te conformeren en te
beheersen, en (3) naar hoe onze psychologische verdedigingsmechanismes de
waarheid van ons verbergen (p.354/355).’ Hier wil ik vooral aandacht vragen
voor de genoemde verdedigingsmechanismes. Inderdaad, de rol van afweer- of
verdedigingsmechanismes is niet om de waarheid te achterhalen, maar om pijn te
vermijden. Het afweren of verdedigen doen we niet opzettelijk. ‘Het zijn geen bewuste keuzes die we maken.’
We zijn niet vrij in het maken van onze keuzes.
Vrijheid is oneerlijk
Vrijheid zonder beperkingen (ik ben alleen verantwoording
schuldig aan mijzelf) is volgens Keller ook ‘oneerlijk omdat het voorbijgaat aan wat we anderen verschuldigd zijn’
(p.127). ‘Als we andere mensen nodig
hebben – en dat is zo – dan is er een bepaalde gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor anderen, dan zijn we anderen in zekere zin verantwoording schuldig en zijn
we als het erop aankomt niet alleen van onszelf (p.128).’
Vrijheid zolang we
anderen geen kwaad doen
Vrijheid is goed zolang we anderen geen kwaad doen. Maar,
wanneer doe je iemand kwaad? Dit werkt alleen als we het allemaal eens zijn
over wat ‘kwaad doen’ is en dat is niet zo. Het is geen bruikbare richtlijn
voor vrijheid omdat we elk onze eigen grens trekken, betekenis toekennen aan
‘kwaad doen’.
Vrijheid doet afbreuk
aan gemeenschap en relaties
Als je echt vrij wil zijn, zal je je eigen doelen nastreven
en voor je eigen geluk gaan. Hoe meer je de nadruk legt op persoonlijke
individuele vrijheid, des te meer afbreuk zal je doen aan gemeenschappen,
kerken, familie, democratische instituten, etc. Keller schrijft dat je nooit de
vrijheid zal hebben om lief te hebben als je je keuzes niet op essentiële
punten beperkt. ‘Je kunt niet volkomen
vrij zijn in de hedendaagse betekenis van het woord en tegelijkertijd een
sterke liefdesband hebben (p.133).’ In
welke omgeving voel je je vrijer en ervaar je meer voldoening dan waar ook? ‘Dat is toch in een liefdesrelatie, waar
mensen elkaar niet uitbuiten maar zich dienstbaar opstellen naar elkaar toe en
zichzelf aan elkaar geven (p.134)?’
Vrijheid is
onvolledig
Onze cultuur vat vrijheid op als een doel op zichzelf.
Daarnaast kan vrijheid ook als middel ingezet worden. In het boek wordt de
vraag gesteld of vrijheid als middel wel echt vrijheid is. ‘Vrijheid is alleen waardevol als je erdoor
in staat wordt gesteld om er werkelijk iets waardevols mee te doen (p.135).’ Vrijheid is alleen waardevol als je
het inzet om ergens terecht te komen. Vrijheid als doel is zomaar een excuus
voor egoïsme.
Vrijheid – we zijn
(onbewust) slaven
Keller schrijft dat iedereen op zoek is ‘naar iets in zijn of haar leven om
betekenis aan te ontlenen en wat dat iets ook is, dat wordt wat je boven alles
liefhebt’ (p.136). Zo kun je toegewijd zijn aan bijvoorbeeld je carrière of
je gezin. ‘Iedereen aanbidt. De enige
keus die we hebben is het voorwerp van onze aanbidding (p.136/137).’ ‘…., wat het ook is waar je je zin aan
ontleent of bevrediging in zoekt in het leven, dat is wat je aanbidt, ook al
erken je dat zelf niet als zodanig (p.137).’ ‘…., je bent eraan verslaafd. Je moet jezelf ergens aan geven,
anders heeft het leven geen zin voor je (p.137).’ Niemand is vrij. ‘Iedereen
heeft liefde, betekenis en bevrediging nodig in zijn leven, en dus heeft in
ieders leven iets het voor het zeggen (p.138).’
Tenslotte
In hoofdstuk 5 van Bij
je volle verstand komen nog meer zaken aan bod. Naast wat hierboven is gezegd,
schrijft Keller in dit hoofdstuk ook over de overtuigingen die het christendom heeft
over vrijheid en vergelijkt hij deze met die van de seculariteit.
Reacties
Een reactie posten