Onze hardleersheid en halsstarrigheid
Afgelopen tijd las ik het evangelie volgens Marcus door. Wat mij o.a. opviel is hoe moeizaam Jezus zijn boodschap over de bühne kon krijgen bij zijn discipelen.
Jezus verwijt de discipelen regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid. Regelmatig lees je vragen van Jezus aan zijn discipelen zoals: Jullie hebben oren, maar horen niet? Jullie hebben ogen, maar zien niet? Geloven jullie nog steeds niet? Begrijpen jullie het dan nog niet? Ontbreekt het jullie aan inzicht? Het teken van de vermenigvuldiging van de broden en de vissen vindt zelfs twee keer plaats en toch begrepen de discipelen toen nog niet dat Jezus tot alles in staat was.
Moet je voorstellen, de discipelen volgden Jezus dag en nacht en zagen de meest bijzondere wonderen en tekenen. De discipelen hoorden de meest goede, aansprekende, bijbelgetrouwe preken die ze zich maar wensen konden. De ‘predikant’ was de meest volmaakte die er op aarde heeft rondgelopen. Een meer authentieke prediker is er voor en na Jezus niet meer geweest. En toch die verwijten van Jezus aan de discipelen tot in het laatste hoofdstuk van Marcus aan toe. En toch die hardleersheid en halsstarrigheid.
Hoe kijkt Jezus naar de huidige discipelen, de navolgers van Christus van nu? Doen wij het veel beter dan de discipelen van toen of zou Jezus ons ook regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid verwijten? Ik zou niet weten waarom wij nu anders handelen dan de discipelen van toen. Ook mij en ons valt regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid te verwijten. Als ik hierover nadenk, dan maakt dat mij bescheiden. Dan wil ik niet te snel ‘grote woorden’ spreken. Dan wil ik begrip opbrengen voor andere broers en zussen die ook last hebben van hardleersheid en halsstarrigheid, omdat ik geen haar beter of anders ben dan zij.
Moeten we daarom de problemen in de kerk en in ons leven maar bagatelliseren? Dat zou wel een begrijpelijke reactie zijn: het is altijd al zo geweest, dus laten we er ons maar bij neerleggen, het is niet anders. De volmaaktheid zullen we hier nooit bereiken. Dat zal een ‘realist’ ons voorhouden. Nee, ik denk dat dat te gemakkelijk is. Jezus maakt toch niet voor niets de discipelen (en ons) verwijten? Ik zie maar één oplossing voor mijzelf en anderen: we moeten ons tot in het diepst van onze ziel laten aanraken door de Geest van Jezus. De Geest die ons doet focussen en fixeren op Jezus! Alleen zo worden wij vernieuwd, veranderd, kunnen wij stap voor stap over onze hardleersheid heen groeien. Dat is toch geen idealisme? Denk niet te klein over het werk van de Geest!
Jezus verwijt de discipelen regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid. Regelmatig lees je vragen van Jezus aan zijn discipelen zoals: Jullie hebben oren, maar horen niet? Jullie hebben ogen, maar zien niet? Geloven jullie nog steeds niet? Begrijpen jullie het dan nog niet? Ontbreekt het jullie aan inzicht? Het teken van de vermenigvuldiging van de broden en de vissen vindt zelfs twee keer plaats en toch begrepen de discipelen toen nog niet dat Jezus tot alles in staat was.
Moet je voorstellen, de discipelen volgden Jezus dag en nacht en zagen de meest bijzondere wonderen en tekenen. De discipelen hoorden de meest goede, aansprekende, bijbelgetrouwe preken die ze zich maar wensen konden. De ‘predikant’ was de meest volmaakte die er op aarde heeft rondgelopen. Een meer authentieke prediker is er voor en na Jezus niet meer geweest. En toch die verwijten van Jezus aan de discipelen tot in het laatste hoofdstuk van Marcus aan toe. En toch die hardleersheid en halsstarrigheid.
Hoe kijkt Jezus naar de huidige discipelen, de navolgers van Christus van nu? Doen wij het veel beter dan de discipelen van toen of zou Jezus ons ook regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid verwijten? Ik zou niet weten waarom wij nu anders handelen dan de discipelen van toen. Ook mij en ons valt regelmatig hardleersheid en halsstarrigheid te verwijten. Als ik hierover nadenk, dan maakt dat mij bescheiden. Dan wil ik niet te snel ‘grote woorden’ spreken. Dan wil ik begrip opbrengen voor andere broers en zussen die ook last hebben van hardleersheid en halsstarrigheid, omdat ik geen haar beter of anders ben dan zij.
Moeten we daarom de problemen in de kerk en in ons leven maar bagatelliseren? Dat zou wel een begrijpelijke reactie zijn: het is altijd al zo geweest, dus laten we er ons maar bij neerleggen, het is niet anders. De volmaaktheid zullen we hier nooit bereiken. Dat zal een ‘realist’ ons voorhouden. Nee, ik denk dat dat te gemakkelijk is. Jezus maakt toch niet voor niets de discipelen (en ons) verwijten? Ik zie maar één oplossing voor mijzelf en anderen: we moeten ons tot in het diepst van onze ziel laten aanraken door de Geest van Jezus. De Geest die ons doet focussen en fixeren op Jezus! Alleen zo worden wij vernieuwd, veranderd, kunnen wij stap voor stap over onze hardleersheid heen groeien. Dat is toch geen idealisme? Denk niet te klein over het werk van de Geest!
Reacties
Een reactie posten