Word je bewust van boosheid (5)
Riekje Boswijk-Hummel schreef het boek Boos met als ondertitel: boosheid erkennen, begrijpen, loslaten. Ik deze
vijfde blog geef ik een samenvatting van deel VI – De verwarrende werkelijkheid uit het boek. In het vorige deel
schreef ze over het voeren van gesprekken. Ze geeft aan het begin van deel VI
direct toe dat gesprekken in de praktijk meestal ‘ronduit verward’ verlopen.
Daar gaat ze in dit deel dieper op in.
Verwarring
Die verwarring kan worden veroorzaakt doordat er niet één
doel en één behoefte is, maar meerdere doelen en behoeftes tegelijkertijd.
Naast een concreet doel en behoefte spelen ook nog relationele doelen en behoeftes een rol. Het verwarrende is
nu dat je communiceert en argumenteert over het concrete doel (bijvoorbeeld de
vakantiebestemming), terwijl de boosheid wordt veroorzaakt door het niet
vervuld worden van je relationele doel en behoefte. “(…) de argumenten die je
aanvoert, heb je gezocht bij je vooringenomen standpunt” (p.203). Het lastige kan
ook nog eens zijn, dat je je er niet van bewust bent dat het relationele doel
en behoefte meespeelt in het gesprek.
“Anders gezegd: de pijn en de boosheid die zijn ontstaan
doordat je relationele behoefte niet werd vervuld, hebben zich ‘vertaald’ in
een mening over een concreet onderwerp. (…) Al discussiërende heb je jezelf
overtuigd van je eigen gelijk! Het is niet gemakkelijk om dit gelijk hebben op
te geven. (…) Dit zou immers betekenen dat je mening niet gefundeerd is op
‘harde’ feiten!” (p.204). Daar komt bij dat in het samenspel tussen concrete
behoeftes en relationele behoeftes de relationele bijzonder zwaar wegen.
‘Personen’ zijn veel belangrijker dan ‘zaken’. “Meningen en standpunten blijken
in veel gevallen ook vele malen minder ‘hard gefundeerd’ te zijn dan wordt
gedacht (en beweerd)” (p.205). Naast “‘gewone’ relationele behoeftes kunnen er
nog meer of heel andere behoeftes spelen” (p.206). Bijvoorbeeld de behoefte aan
eer en aanzien, de behoefte om de controle te hebben en te houden. “Of er
speelt ‘oud zeer’” (p.206).
Tekorten
Bij een incident word je overspoeld door emoties, en maak
je een enorme scène. “Je reageert veel heftiger dan een ander. Hoe kan dat?”
(p.207). De behoefte is bij jou krachtiger dan bij die ander, doordat “ónder je
behoefte een tekort schuilgaat: een tekort aan erkenning, respect en ruimte”
(p.208). De pijn van het niet vervullen van een relationele behoefte, het
tekort, plus de conclusies (“Niemand ziet wat ik wil. Niemand heeft respect
voor me. Er is geen ruimte voor mij” (p.208)), hebben geleid tot een negatief
zelfbeeld.
Dit alles heeft een aantal gevolgen. Allereerst dat
je overgevoelig bent voor erkenning, respect en ruimte. Hierbij spelen
overdracht (pijn en conclusies uit het verleden worden overgedragen op de
actuele situatie) en projectie (je projecteert op anderen dat ze je niet
erkennen en respecteren) een belangrijke rol. Het tweede gevolg is dat
je buitenproportioneel veel pijn ervaart wanneer je ‘tekorten’ worden geraakt.
Je reageert daarom extreem heftig. Er is “sprake van dubbele pijn: de pijn uit
het verleden ‘trilt’ als het ware mee met de pijn in de actuele situatie”
(p.210). Een derde effect is: “je kunt je behoefte niet uitstellen, laat
staan opgeven” (p.210). Je kunt je boosheid niet opvangen, omdat je een
negatief zelfbeeld hebt. “Hij vangt zichzelf niet op; integendeel, hij
veroordeelt zichzelf en wijst zijn emoties af” (p.212).
Boswijk-Hummel schrijft dat “ieder mens wel een aantal
landmijnen of valkuilen (AG: tekorten) in zijn innerlijk herbergt” (p.212).
Tekorten zijn desastreus voor relaties. “Om een relatie gezond te houden,
zouden de tekorten dus moeten worden opgeheven” (p.213). Maar, je kunt ze niet
zomaar opheffen. De ene partij blijft maar geven en geven, terwijl de ander
nooit genoeg ontvangt (in zijn beleving). Dat wat gegeven wordt, komt niet aan
op de plaats waar het zou moeten aankomen. “Samenvattend kun je zeggen dat het
onmogelijk is om een gesprek vanuit liefde en respect te voeren zolang je niet
in de gaten hebt welke behoeftes er spelen, wanneer je niet inziet dat er
verkeerde koppelingen zijn gemaakt, en als je niet in de gaten hebt dat er
tekorten bij je worden geraakt. Het is noodzakelijk alle knopen te ontwarren
die je bewust en onbewust hebt gemaakt” (p.215). De schrijfster gaat in het
volgende deel dieper in op het opsporen en opheffen van tekorten.
Boswijk-Hummel noemt ook een andere oorzaak voor
buitenproportionele reacties op gebeurtenissen: ‘chronische stress’. Angst of
pijn die voortdurend blijft en zorgt voor een constante spanning. Volgens de
schrijfster is ook haast een ‘veel
voorkomende vorm van angst’ en moet vermoeidheid
als een chronische vorm van pijn worden gezien. Een ander veel voorkomende vorm
van chronische pijn is innerlijke leegte.
“Innerlijke leegte is de leegte die mensen ervaren wanneer ze geen vervullende
bezigheden kunnen vinden” (p.218).
De volgende keer verder met deel VII van het boek.
Reacties
Een reactie posten