Vriendschap en identiteit (2)

In mijn vorige blog schreef ik dat als ik zou moeten kiezen tussen de identiteit van een zondaar en die van een vriend van God, ik zou kiezen voor die van een vriend van God. Wim reageert op deze blog (zie zijn reactie onderaan de blog) en noemt dit het kiezen tussen twee karikaturen. Maar zijn dit wel twee karikaturen? Een karikatuur is een overdreven voorstelling van een zaak of persoon. De door mij geschetste voorstelling komt toch naar voren in het interview met Selma Noort? Selma heeft als tienjarig meisje een beeld van zichzelf als vriend van God. Bij het horen van de woorden ‘gij zijt allen zondaars’ wordt ze heel kwaad. Waarom? Ik denk omdat ze haar identiteit, haar zelfbeeld in duigen ziet vallen. Ze heeft denk ik het gevoel dat ze haar identiteit als vriend van God moet inwisselen voor die als zondaar.

Het gaat mij in mijn vorige blog niet om de verhouding tussen zonden en genade. Het gaat mij om de verhouding tussen identiteit en gedrag. Dat was vooral ook aan de orde in de lezing van Arie de Rover tijdens het mannenweekend. Ik ben het helemaal eens met de stelling dat ons gedrag zondig is en tot de jongste dag zal blijven. Maar hoe zit het met onze identiteit? Is onze identiteit die van een zondaar of wordt onze identiteit ten diepste bepaald door wie wij zijn in Christus? Ben ik een zondaar (identiteit) of een aangenomen kind van God (identiteit) die zondigt (gedrag)? Die vraag meen ik te lezen in het interview met Selma Noort.

Ik denk dat die vraag belangrijker is, dan wij ons vaak realiseren. Arie hield ons voor dat er een relatie bestaat tussen identiteit en gedrag. Je identiteit werkt door in je gedrag (en niet andersom). Als iemand (bewust of onbewust) de identiteit van een zondaar ‘aanneemt’ zal dat dus zijn gedrag beïnvloeden. De zondaar (identiteit) zal eerder geneigd zijn zondig gedrag laten zien dan iemand die begrijpt wat het is om kind, vriend van God te zijn. Iemand die als Jezus is (op Jezus lijkt), zal ook (met vallen en opstaan) het gedrag van Jezus vertonen. Dat kan niet anders.

Wim zegt een tegenstelling te lezen in mijn blogs tussen zonde en genade. Maar leest hij het als een tegenstelling of maak ik er ook echt een tegenstelling van? Het gaat mij er om, dat er juist zorgvuldig omgesprongen wordt met begrippen als zonde en genade. Daarom spreekt het onderscheid goedkope en kostbare genade mij zo aan. Daarom ben ik soms beducht op een teveel benadrukken van de zonde. Daarom denk ik ook dat we een onderscheid moeten maken tussen identiteit en gedrag. Op Jezus gaan lijken is toch niet allereerst iets dat betrekking heeft op gedrag, maar op je identiteit (die vervolgens weer doorwerkt op je gedrag)? Daarmee wordt genade niet goedkoop. Kind van God zijn is alleen mogelijk door genade. Door de oneindig hoge prijs die Jezus voor mij betaald heeft.

Reacties

  1. Het is lastige materie. Het gevaar bestaat altijd dat we eenzijdige accenten leggen.
    Ik denk dat het heel belangrijk is vanuit welk perspectief je naar je identiteit kijkt. Ik denk dat je daarom moet spreken over 2 identiteiten:

    1. Wie je van nature bent, los van Christus. Je bent vlees, geboren uit vlees (Joh 3:6a)
    2. Wie je bent in Christus. Je bent geest als je geboren bent uit de Geest (Joh 3:6b).

    De eerste identiteit zit in ons ingebakken vanaf onze eerste geboorte. De tweede identiteit ligt in principe buiten ons (in Christus), maar wordt ons door geloof toegerekend (genade!) en verandert ons binnenin. In Romeinen 7 kom ik deze allebei tegen: Vers 14: 'door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde'. Vers 18: 'ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is.' Maar tegelijkertijd wordt ook gezegd: 'wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, ben ik daar niet zelf de oorzaak van, maar de zonde die in mij heerst' (vers 20). Paulus onderscheid de zonde van zichzelf. Dat is ontzettend bevrijdend! En in vers 22 zegt hij: 'Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God'. Dat is de gelukkige mens uit Psalm 1:1-2. Dat kun je alleen echt zeggen als je de genade van Christus hebt leren kennen.

    Romeinen 7 mag niet gebruikt worden als argument om te berusten in deze situatie. Integendeel, een christen is geroepen om oorlog te voeren tegen de zonde (Rom. 8:13). In dit leven kunnen we de eerste identiteit niet ontlopen. We komen die dagelijks tegen. Dat levert daarom elke dag strijd op, als het goed is. Het is zelfs zo dat we steeds meer inzicht gaan krijgen in die eerste identiteit. Enerzijds doordat mij over die identiteit verteld wordt, in de prediking bijvoorbeeld, anderzijds moet ik de lelijkheid van die identiteit vooral zelf ontdekken.
    Maar dat heeft ook een doel: om te groeien in afhankelijk van Christus en zijn verlossing en genade steeds beter te leren waarderen, en om de strijd tegen de zonde steeds beter te kunnen voeren.

    Het geweldige nieuws is nu juist dat God tegen mij zegt: Leer jezelf te zien zoals Ik je zie: 'dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God' (Rom. 6:11). Dat is de identiteit van waaruit je moet leven, om vrucht te kunnen dragen.

    Mijn artikel Worden wie je bent op mijn weblog cornekoelewijn.wordpress.com gaat ook in op deze materie, maar dan aan de hand van 1 Kor 5:7.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder