Het leven na de genadeklap (2)
Volgens Arie de Rover is er
een gerede kans dat ondanks misschien een gelukkig leven, je gevangen zit. Hij vergelijkt
in hoofdstuk 4 van zijn boek ‘Leven na de genadeklap’ het leven met een
gevangenis. “Velen van ons leven zonder het te weten ook in zo’n gevangenis: de
gevangenis van de transactionaliteit, het ‘voor wat hoort wat’. Maar we zijn
daar zo aan gewend geraakt, dat ons dat beter en veiliger lijkt dan een leven
in vrijheid. Bijna niemand kiest vrijwillig voor het leven in vrijheid. (…)
Daarvoor is vaak eerst een crisis nodig. Een crisis die je als het ware
richting de vrijheid duwt.” De enige uitweg uit de gevangenis is, je betekenis
en zekerheid van buiten het ruilhandelsysteem laten komen.
Arie gebruikt in zijn boek het beeld van een kind in de
baarmoeder en van een geboorte. Hij noemt in hoofdstuk 5 een crisis of moment
van inspiratie de weeën van een geestelijk geboorteproces. Ze vormen de inleiding
tot een geestelijke geboorte. “Een geboorte brengt altijd een radicale en
definitieve verandering van het hart met zich mee. In spirituele termen noemen
we dat een paradigmashift. Een paradigmashift is (…) een diepgaande verandering
van zo’n denkkader, een radicaal andere manier van kijken naar of interpreteren
van feiten.” De paradigmashift die Arie bedoelt, “draait om de ontdekking van
een totaal andere identiteitsbron dan je zintuiglijk waarneembare relaties en
prestaties. Namelijk: de ontdekking dat je een relatie kunt aangaan met een
onzichtbare spirituele bron.” De onzichtbare spirituele bron is de God van de
Bijbel. Hij is de bron van genade.
“Op de route naar een leven van genade, in echte vrijheid, kom je (…) veel weerstand tegen. De weerstand fungeert als weeënremmers die je geestelijke (weder)geboorte willen tegenhouden.” In hoofdstuk 6 beschrijft
Reacties
Een reactie posten