Kerk en namaakgoden
Het lijkt mij zinvol als een kerk nadenkt over wat er vanuit de cultuur op de kerk afkomt. De cultuur waarin wij leven te analyseren om zo haar (potentiële) afgoden op te sporen. Maar afgoderij kent allerlei vormen. Er is sprake van een afgoderijsysteem. Culturele afgoden vormen slechts één onderdeel uit dit systeem. Het is dus onvoldoende om alleen de culturele afgoden op te sporen zonder ook aandacht te geven aan persoonlijke en religieuze afgoden. Daarnaast beïnvloeden de verschillende afgoden elkaar ook nog eens. Een analyse van één onderdeel uit het afgoderijsysteem geeft nog geen zicht op het hele systeem.
Daarnaast zal een kerk zich vooral ook druk moeten maken over de religieuze afgoden. De afgoden in ons geloof. Een kerk boet aan geloofwaardigheid in als ze wel waarschuwt tegen de culturele en persoonlijke afgoden en niet tegen de religieuze. De afgoderij zoals die binnen de kerk zich voordoet. Keller noemt in zijn boek ‘Namaakgoden’ de volgende vormen van religieuze afgoderij: we maken een afgod van leerstellige zuiverheid, geestelijke gaven en pastorale prestaties en morele onberispelijkheid [1]. En laten we vooral niet denken dat de kerk geen last heeft van religieuze afgoden. Volgens Keller nam onze cultuur afscheid van God juist omdat de kerk zelf vol zat en zit van religieuze afgoden.
Opsporen van persoonlijke, culturele en religieuze afgoden is goed, maar daarmee is er nog geen oplossing. Een probleem zonder oplossing brengt ons niet veel verder. De kerk zal met een oplossing moeten komen. Keller beschrijft in ‘Namaakgoden’ die oplossing. Kort gezegd is de oplossing Christus. (In mij blog ‘Oplossing tegen afgoderij’ ga ik dieper in op deze door Keller beschreven oplossing.)
[1] De religieuze afgod ‘morele onberispelijkheid’ heeft Keller uitgewerkt in zijn boek ‘De vrijgevige God: Recht naar het hart van het christelijke geloof’.
Daarnaast zal een kerk zich vooral ook druk moeten maken over de religieuze afgoden. De afgoden in ons geloof. Een kerk boet aan geloofwaardigheid in als ze wel waarschuwt tegen de culturele en persoonlijke afgoden en niet tegen de religieuze. De afgoderij zoals die binnen de kerk zich voordoet. Keller noemt in zijn boek ‘Namaakgoden’ de volgende vormen van religieuze afgoderij: we maken een afgod van leerstellige zuiverheid, geestelijke gaven en pastorale prestaties en morele onberispelijkheid [1]. En laten we vooral niet denken dat de kerk geen last heeft van religieuze afgoden. Volgens Keller nam onze cultuur afscheid van God juist omdat de kerk zelf vol zat en zit van religieuze afgoden.
Opsporen van persoonlijke, culturele en religieuze afgoden is goed, maar daarmee is er nog geen oplossing. Een probleem zonder oplossing brengt ons niet veel verder. De kerk zal met een oplossing moeten komen. Keller beschrijft in ‘Namaakgoden’ die oplossing. Kort gezegd is de oplossing Christus. (In mij blog ‘Oplossing tegen afgoderij’ ga ik dieper in op deze door Keller beschreven oplossing.)
[1] De religieuze afgod ‘morele onberispelijkheid’ heeft Keller uitgewerkt in zijn boek ‘De vrijgevige God: Recht naar het hart van het christelijke geloof’.
Kan een kerk (het instituut) als geheel een namaakgod zijn?
BeantwoordenVerwijderenBedoel ik mee:
het idee dat we ons vaak (te) druk maken over de invulling van de christenen over de diverse kerken. Lijkt mij dat de kerkmuren niet bindend zijn, maar juist Jezus de bindende factor is. Dus grenzeloos (lees: zonder muren).
Om antwoord op je vraag te geven grijp ik terug op de definitie die Keller geeft. Iets goeds wordt een namaakgod als wij aan dat goede ultieme waarde hechten. Als wij dat goede als het ware vergoddelijken. De kerk is op zich iets goeds, onmisbaar voor een gelovige (zie mijn blog ‘De kerk: er bestaat geen alternatief). Maar ook de kerk kan verworden tot een namaakgod. Als we gaan voor de eer van de kerk (in plaats van voor de eer van God). Als de kerk een doel op zich wordt in plaats van een middel om tot Christus te komen. Als we meer vertrouwen op de kerk stellen dan op de Heer van de kerk en zijn genade. Dus, ja de kerk als geheel kan een namaakgod zijn.
BeantwoordenVerwijderenIn het tweede deel van je reactie schrijf je over kerkelijke verdeeldheid. Een onderwerp op zich. Hier een korte reactie: christenen bevinden zich in alle kerkgenootschappen. Dat betekent niet dat het helemaal niets uitmaakt van welke kerk je lid bent. Ik vind dat Tim Keller daar heel genuanceerd over spreekt (zie mijn blog ‘Tim Keller: in alle redelijkheid (5)’. Keller ziet God werken in pinkstergemeenten (in New York), beseft dat Gods genade niet exclusief verkrijgbaar is in zijn eigen kerk, etc. Jezus als bindende factor: ik denk dat wij broers (in geestelijk opzicht) zijn niet allereerst omdat wij lid zijn van dezelfde kerk, maar omdat wij ons verbonden weten in Christus. Iedereen die zich verbonden weet in Christus zou (Bijbels gezien) lid moeten zijn van dezelfde kerk. Christus heeft toch maar één lichaam en dus geen gedeeld lichaam?
Over dat ene lichaam:
BeantwoordenVerwijderenHans Groeneboer merkte daar eens over op dat je de teksten over een lichaam en wij als delen die elkaar nodig hebben kunt toepassen op mensen binnen een gemeente, maar ook op verschillende denominaties.
Ik vond het een verfrissende kijk: dat verschillende denominaties verschillende aspecten van God weerspiegelen, maar ook dus dat we elkaar nodig hebben.
grt, Leonie