Energie als gegeven
In hoofdstuk 1 van het boek Energie van de Geest beschrijft Philip Troost eerst ‘een
basisverhaal over wat energie precies is’. In dit hoofdstuk geeft hij ook een
onderbouwing van de samenhang die hij ziet tussen energie en Heilige Geest. Hieronder tref je mijn samenvatting aan van genoemd hoofdstuk.
Energie is een multidisciplinair woord. In de verschillende
levensdomeinen heeft het een andere betekenis. Een spraakverwarring ligt daarom
zomaar op de loer. Er is een verschil in betekenis maar daarmee is niet gezegd
dat die verschillende betekenissen niets met elkaar te maken hebben. Maar wat
is nu energie? Energie gaat over werken.
‘Je zou het energiesysteem dus kunnen voorstellen als een transportbedrijf dat
niet anders doet dan pakketjes energie ophalen en bezorgen. En zo gauw een
pakketje ergens weggehaald is of ergens binnengebracht, ontstaan er nieuwe
combinaties van pakketjes. Die combinaties zijn de steeds wisselende
verschijningsvormen van dezelfde energie. Deze voortdurende omvorming maakt
energie bruikbaar voor een bepaalde functie, voor de volgende transportactie.’
‘Als deze werking of beweging van deeltjes (AG: of pakketjes) verstoord wordt,
gaat de schepping kapot en wat leeft wordt ziek of gaat dood.’ Philip benadrukt
dat dit (basis)werk de bestaanswijze is van echt alles. ‘”Alles is energie.” Beweging, trilling, continue werking.
Energie lijkt het DNA te zijn van onze werkelijkheid.’
Vervolgens staat de schrijver stil bij de vraag ’of de Geest
een persoon is of een kracht’. Hij pleit er voor om ‘beide kanten naast elkaar
te laten staan: de Geest is God in eigen persoon en tegelijk die levendmakende
stroom (AG: energie) door alles heen’.
Er is een onderscheid tussen dode materie (natuurkunde) en
levende organismen (biologie). Organismen leven bij de gratie van zonlicht. Dit
gezegd hebbende slaat Philip vervolgens de burg naar het Bijbelverhaal. ‘De zon
als bron van leven. Maar wat is dan de bron van de zon?’ Philip schrijft dat
‘voor ons begrip van het fenomeen energie als lévensenergie,’ we terug moeten ‘naar vóór dat nulpunt van zuivere energie’. Naar voor de oerknal dus. Voor
de schepping was er (volgens Genesis 1 : 1) materiële energie in de vorm van
een ongevormde oersoepachtige massa (oervloed) en geestelijke energie als
aanduiding van Gods aanwezigheid. ‘Zou het ook zo kunnen zijn, dat God
miljarden jaren eerder zijn creatieve geest heeft laten knallen en daarmee het
ontstaan van materie in gang gezet heeft, en dat dit scheppingsverhaal beschrijft
hoe God later die materie verder vormgeeft en tot leven brengt? En dat dit
scheppen op een of andere manier gaat over het samenkomen of één worden van die
twee factoren: materiële en goddelijke energie. Levenloze energie en
levensenergie.’ God heeft ‘de materie met zijn aanwezigheid doordrongen en is
er sindsdien werkend in aanwezig gebleven’.
‘Als Gods Geest ons wil raken, bewegen, bewerken, (…) dan
komt hij in de vorm van energie’. ‘Als
alle energie goddelijk is, van goddelijke oorsprong en goddelijk van aard, dan
is de onzichtbare aanraking door God en het waarneembare effect daarvan, een en
hetzelfde energetische proces.’ Philip trekt dan de conclusie: wij kunnen het
fysieke en geestelijke leven wel onderscheiden
maar niet scheiden. Door ze te
scheiden ‘willen we iets uit elkaar halen dat in de schepping één geworden is’.
‘Om de niet-fysieke energie waar te kunnen nemen, hebben we
ons lichaam nodig.’ ‘Als je geraaktheid wilt waarnemen, dan heb je je aandacht
weer te richten op die diepe eenheid van geest en fysiek, zoals die bij de
schepping tot stand kwam.’ De Heilige Geest kun je alleen waarnemen door wat
hij bij je teweegbrengt’. ‘In hoe je geraakt wordt. En die geraaktheid zijn dus
die mini tranportautootjes van de talloze deeltjes die permanent worden
losgekoppeld en aangekoppeld (AG: energie dus).’ ‘Heel fysiek.’
Reacties
Een reactie posten