Persoonlijk getuigenis: God én mensen

Afgelopen week sprak ik iemand over het onderwerp ‘persoonlijke getuigenissen in de kerk’. Hij gebruikte het veel gehoorde tegenargument: in de eredienst staat God centraal.

Wat zouden mensen nu bedoelen met dat argument? Ik denk dat in de discussie over het wel of niet toelaten van persoonlijke getuigenissen in een kerkdienst het argument zoiets betekent als: God staat centraal en (dus) niet de mens. Daarom geen menselijke, persoonlijke getuigenissen, maar vooral Woordverkondiging.

Maar is dat wel een terechte bewering: God staat centraal en niet de mens? Zo wordt er toch een tegenstelling gemaakt tussen God en mensen? God wel centraal en de mens niet? Bas Luiten schreef daar al eerder over: dat eredienst meer is dan Woordbediening, hoe centraal die bediening ook is. “Eredienst is ontmoeting, vernieuwing van het verbond! God is daarin de Eerste, toch komt ook de mens in beeld, groot en klein.” Het is het werk van de Geest die mensen brengt tot hun antwoord en hun overgave.

Ja, een kerkdienst is ontmoeting tussen God en mensen. Een ontmoeting die bestaat uit actie en reactie. Zo is ook de liturgie opgebouwd. Zowel God als mensen zijn aan het woord in de kerk. Het argument ‘in de eredienst staat God centraal’ kan zomaar een vroom cliché worden, zonder daarbij jezelf de vraag te stellen: maar doet deze bewering wel recht aan hoe de Bijbel spreekt over het geloof als een relatie (verbond) tussen God én mensen?

Het is wel zo, dat Gods eer centraal staat in de kerk. Maar daar heb ik in een vorige blog al over geschreven, dat een persoonlijk getuigenis heel goed tot eer van God kan zijn. Dat is zeker ook een voorwaarde die gesteld zal moeten worden aan persoonlijke getuigenissen. Niet mensen vertellen over hoe groots ze zijn, maar ze vertellen hoe de grootsheid en glorie van God zichtbaar is geworden in hun leven, tot eer van God en tot opbouw van de luisteraar.

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder