Ongerustheid over mogelijke onrust
Er zijn kerkenraden die bewust niet de gemeente betrekken bij het maken van keuzes. Als reden wordt dan genoemd, dat het onrust zou veroorzaken in de gemeente. De kerkenraad beslist en deelt vervolgens het besluit mee aan de gemeente. Is dat een goede aanpak? Zou het meedelen van zo’n besluit (als voldongen feit) geen onrust veroorzaken? Of doet de raad om die reden maar helemaal geen mededeling van het besluit aan de gemeente? Maar dat is toch regeren vanuit een ivoren toren? Dit verdient toch niet het predicaat geestelijk leidinggeven?
Luiten schrijft [1] over hoe mensen in de kerk hun liefde uiten op een verschillende manier, in een andere (liefdes)taal. Hij zegt verder: “Een kerkenraad die wijs is, laat zich door al die talen niet in verwarring brengen. Hij laat zich ook niet door een of twee talen gezeggen. Integendeel, hij zal alles eraan doen om aan spraakverwarring in de gemeente een einde te maken.”
Hoe? “Door mensen van verschillende talen met elkaar in contact te brengen. Door hen samen aan het werk te zetten. Door hen te leren luisteren naar elkaar. Dat is de manier om boven miskenning, wantrouwen en groepsvorming uit te komen. Zij die geroepen zijn om leiding te geven, moeten nu doen waartoe ze geroepen zijn. En daarbij allereerst toezien op zichzelf. Om niet toe te geven aan hun neiging om vooral hun eigen taal te versterken.” Wat is het belangrijk dat er met elkaar gesproken en naar elkaar geluisterd wordt!
Een kerkenraad die het gesprek met de gemeente uit de weg gaat en niet stimuleert dat er in de gemeente over allerlei zaken gesproken wordt, geeft geen leiding laat staan geestelijke leiding. Het lijkt eerder op angst, angst voor mogelijke onrust. In het ergste geval kan dit leiden tot een vertrouwenscrisis tussen raad en gemeente. Wat is kerkenraadswerk soms toch vooral mensenwerk. Wat zien we soms weinig het werk van de Geest erin terug. Ik bid om een wijze kerkenraad. Om een gemeente en een kerkenraad waar de Geest onbelemmerd zijn werk kan doen.
[1] De Reformatie, jaargang 84 – nummer 24 en 25: ‘Met liefde kun je niet alles bedekken’ en: ‘Talen van liefde’.
Luiten schrijft [1] over hoe mensen in de kerk hun liefde uiten op een verschillende manier, in een andere (liefdes)taal. Hij zegt verder: “Een kerkenraad die wijs is, laat zich door al die talen niet in verwarring brengen. Hij laat zich ook niet door een of twee talen gezeggen. Integendeel, hij zal alles eraan doen om aan spraakverwarring in de gemeente een einde te maken.”
Hoe? “Door mensen van verschillende talen met elkaar in contact te brengen. Door hen samen aan het werk te zetten. Door hen te leren luisteren naar elkaar. Dat is de manier om boven miskenning, wantrouwen en groepsvorming uit te komen. Zij die geroepen zijn om leiding te geven, moeten nu doen waartoe ze geroepen zijn. En daarbij allereerst toezien op zichzelf. Om niet toe te geven aan hun neiging om vooral hun eigen taal te versterken.” Wat is het belangrijk dat er met elkaar gesproken en naar elkaar geluisterd wordt!
Een kerkenraad die het gesprek met de gemeente uit de weg gaat en niet stimuleert dat er in de gemeente over allerlei zaken gesproken wordt, geeft geen leiding laat staan geestelijke leiding. Het lijkt eerder op angst, angst voor mogelijke onrust. In het ergste geval kan dit leiden tot een vertrouwenscrisis tussen raad en gemeente. Wat is kerkenraadswerk soms toch vooral mensenwerk. Wat zien we soms weinig het werk van de Geest erin terug. Ik bid om een wijze kerkenraad. Om een gemeente en een kerkenraad waar de Geest onbelemmerd zijn werk kan doen.
[1] De Reformatie, jaargang 84 – nummer 24 en 25: ‘Met liefde kun je niet alles bedekken’ en: ‘Talen van liefde’.
Reacties
Een reactie posten