de Twee Verloren Zonen


Ik heb het boekje ‘De vrijgevige God – Recht naar het hart van het christelijke geloof’ van Tim Keller gelezen. In het boek gebruikt Keller de gelijkenis van de Verloren Zoon (Lucas 15 : 11 – 32) om de “essentie van de christelijke boodschap in beeld te brengen, het evangelie.” Nu is er al veel geschreven en gepreekt over deze gelijkenis, maar toch weet Keller op een verrassende manier de boodschap op papier te zetten. De boodschap van het evangelie op scherp te zetten.

Er is altijd veel aandacht gegeven aan de jongste zoon, maar Keller laat zien dat deze gelijkenis gaat over de jongste én de oudste zoon én over de vader. Met de jongste zoon doelt Jezus op de tollenaars en zondaars en met de oudste de Farizeeën en de schriftgeleerden. De vader in de gelijkenis staat voor de hemelse Vader.

Jezus’ vertelling van deze gelijkenis is een reactie op de houding van de Farizeeën en schriftgeleerden. De doelgroep van dit verhaal zijn dus niet de jongste maar de oudste zonen. Jezus doet met dit verhaal vooral een oproep uitgaan naar de oudste zonen. “Gelovige mensen die alles doen om de Bijbel te volgen. Hij wil hen wijzen op hun verblinding, bekrompenheid en eigenwaan, en wil laten zien hoe ze hiermee hun eigen ziel en het leven van de mensen om hen heen te gronde richten.”

Keller schrijft dat Jezus mikte op “doorbreking van onze categorieën”. In Jezus’ dagen, en bij ons is het vaak niet anders, dachten ze in twee categorieën: gelovigen tegenover ongelovigen. Henk Binnendijk noemde dit ook in zijn lezing.[1] Hij zegt: Wij denken vaak dat er twee soorten mensen zijn: gelovigen en ongelovigen. Maar er zijn niet twee maar drie soorten mensen: ongelovigen, gelovigen en dat-wat-er-op-lijkt. De oudste zoon in het verhaal van Jezus behoort tot die derde categorie, de categorie van ‘dat-wat-er-op-lijkt’. Mensen die zich houden aan de traditionele moraal waarmee ze zijn grootgebracht. Die uit de Bijbel lezen, trouw naar de kerk gaan en er een gebedsleven op nahouden. Maar er is geen liefde tot de Vader. Ze zijn vervreemd van het vaderhart.

Henk zegt in zijn lezing, dat die groep (dat-wat-er-op-lijkt) heel groot is. De groep van oudste zonen. De lezing ging vooral over Openbaring 2 en 3. In Openbaring 3 lezen we ook van deze drie categorieën: koud (ongelovigen), warm (gelovigen) en lauw (dat-wat-er-op-lijkt). Jezus zegt daar, dat hij de lauwe mensen zal uitspuwen. Hij walgt van deze categorie mensen. Dit alles roept de vraag op: Tot welke categorie behoor ik/jij? Nee, een jongste zoon ben ik niet, maar ben ik niet ‘stiekem’ een oudste zoon?

[1] Mannendag Bunschoten – 2009: Wie overwint, hem zal ik geven.
Zie ook verkorte voorpublicatie in het ND: 'Al jaren lang werk ik voor u...'

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder