De jongste zoon wordt gered

In zijn boek stelt Keller de vraag: “Waarom zet Jezus het verhaal zo in elkaar dat een van beiden gered wordt, weer in de juiste relatie tot zijn vader komt te staan, en de ander niet (het gebeurt althans niet voor het eind van het verhaal)?

Grün geeft een mooi en duidelijk antwoord op deze vraag.[1] “Daar waar wij aan het einde van onze mogelijkheden zijn, waar er niets meer voor ons opzit dan ons over te geven, daar kan onze relatie tot Christus groeien, daar krijgen wij een vermoeden hoe wij helemaal op Hem zijn aangewezen. Daar groeit het verlangen naar onze Verlosser en Heiland.”

“(…) waar de mens niets heeft, staat hij open voor de gave van de goddelijke genade. Jezus prijst de armen zalig, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, die treuren, die niet kunnen bouwen op zichzelf en op eigen kracht, maar die helemaal aangewezen zijn op Gods genade.”

De jongste zoon zat diep in de ellende en kwam toen tot bezinning en zijn hart ging uit naar zijn vader. De oudste zoon kende die nood niet. Hij deed trouw zijn werk. Conformeerde zich aan de morele regels en standaarden. Hij had het prima voor elkaar.

Dit verschil tussen de nood van de jongste en het prima voor elkaar hebben van de oudste wordt ook sterk uitvergroot in de gelijkenis van de Farizeeër (oudste zoon) en de tollenaar (jongste zoon) die samen bidden in de tempel (Lucas 18 : 9 – 14). De farizeeër bidt: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” Hij bleef daarbij trots rechtop staan. De tollenaar bidt: “God, wees mij zondaar genadig.” Hij sloeg zich daarbij op de borst en durfde zijn blik niet eens op de hemel te richten. En Jezus zegt dan: “Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet.”

Keller trekt daarom deze bijbelse les: “De mensen die erkennen dat ze niet bijzonder goed of ruimdenkend zijn, bewegen zich in Gods richting, (…). De mensen die denken dat het met hen best goed gaat, dank u, bewegen zich bij God vandaan.”

[1] Spiritualiteit van beneden – Anselm Grün en Meinrad Dufner, pagina 19 en 21

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder