Schwarz ontmoet Benner

Het boekje (nog geen 100 pagina’s) Ontdek je echte ik van David G. Benner heb ik zo’n 10 jaar geleden aangeschaft en gelezen. Het heeft mij altijd geboeid, omdat Benner in dit boek (christelijke) spiritualiteit en psychologie bij elkaar brengt. Diverse blogs schreef ik naar aanleiding van Ontdek je echte ik. “Dit boek gaat over de reis naar je echte ik-in-Christus en het leven vanuit de roeping die hiermee samenhangt.” 

Recent las ik Alle delen welkom van Richard C. Schwarz. Bij het lezen van dit boek moest ik weer terugdenken aan Ontdek je echte ik. Het helpt mij om met de taal en woorden van IFS (=Internal Family Systems) weer eens terug te kijken naar het boek van Benner. Schwarz als het ware Benner te laten ontmoeten. Hieronder wat voorbeelden van die ontmoeting. 

Benner koppelt nadrukkelijk God kennen (buitenwereld) en jezelf kennen (binnenwereld) aan elkaar. “We hebben ons gericht op het kennen van God en zijn geneigd onszelf te negeren.”
Schwartz koppelt de binnenwereld (jezelf kennen) en de buitenwereld ook aan elkaar. 

Benner: Wil echte zelfkennis jou transformeren, dan moet je ook de afgewezen, buitengesloten delen van het ik leren kennen, ze omarmen. Het ontkennen van ongewenste delen (van het ik) gaan door ze te ontkennen niet weg, maar ‘ondergronds’. Ze verstoppen zich. ‘Ze gaan buiten het zicht verder, waar we het ons niet bewust zijn, en vandaar uit hebben ze een groeiende invloed op ons gedrag.’
Schwarz: Delen die belast zijn gaan als het ware in ballingschap, worden verbannen. Je moet je ballingen (buitensloten delen) leren kennen en liefdevol omarmen. Alleen zo transformeer je. Ballingen samen met beschermers vormen een belangrijke (onbewuste) ordenende kracht in ons leven. ‘Zodra mensen hun delen opmerkten en zich ervan differentieerden (AG: in tegenstelling tot ‘vermengen) beleefden ze een plotselinge identiteitsverandering en beseften ze dat hun identiteit niet samenviel met hun belaste delen (AG: ballingen), maar met het Zelf.’ 

Benner: ‘De verborgen plek waar we God op een echt transformerende manier ontmoeten is in ons innerlijk.’ Wij zoeken de spirituele sleutel (tot transformatie) veelal buiten onszelf, maar de sleutel ligt binnen. In ons innerlijk.
Schwarz: ‘Voor mij is Zelf geen hersentoestand, maar een spirituele essentie binnen in en rondom ons, (…).’ ‘We komen daadwerkelijk in nauw contact met God, als je het Zelf beschouwt als God binnen in ons.’ Transformeren naar een Zelf-geleid leven betekent veranderen van een vermengd naar een ontmengd Zelf in je innerlijk. 

Benner: Je onechte ik is een schijn-ik: ‘(…) we leren doen alsof, en wensen voor hoe we denken dat belangrijke anderen willen dat we zijn en ontkennen het bewijs van het tegendeel’. Je verdraait de werkelijkheid en psychologische verdedigingsmechanismen doen hun intrede in je leven.
Schwarz: Het Zelf is de kern van een persoon. Wie je werkelijk, ten diepste bent. Je echte, authentieke ik. De beschermers lijken op de psychologische verdedigingsmechanismen. 

Benner: Hoe herken je de onechtheid van je ik? O.a. in een defensieve houding in de vorm van prikkelbaarheid, geagiteerd zijn, boos zijn.
Schwarz: prikkelbaarheid, geagiteerd  of boos zijn kan duiden op triggers die je ballingen willen ‘wakker schudden’. Je managers proberen dat te voorkomen door prikkelbaar, geagiteerd of boos te reageren. 

Benner: ‘De dingen die ons in anderen het meest dwars zitten (…) wijzen ons op de onechtheid in onszelf.’
Schwarz: ‘Als we bang zijn voor bepaalde delen van onszelf en proberen om ze in toom te houden zullen we hetzelfde doen met mensen die op dergelijke delen lijken.’ 

Benner: ‘Hoe meer we ons identificeren met ons psychische en sociaal opgebouwde ik, hoe dieper we ons verstoppen voor God, onszelf en anderen.’
Schwarz: Hoe meer we ons identificeren met onze beschermers (in plaats van met ons Zelf), hoe dieper we ons verstoppen voor ons Zelf (en daarmee voor God) en anderen. ‘ 

Benner: In het boek tref je een casus aan over Judith: ‘Judith was opgegroeid in een seculier Joods gezin, waarin Joods-zijn als een kwestie van etniciteit werd gezien, niet van religie. Het laatste was voor haar tot voor kort onbelangrijk geweest. Wat ze wel belangrijk vond was zelfkennis. Naast het hoofdvak psychologie was ze een aantal jaren in psychotherapie gegaan en daardoor was ze op een diep niveau in contact met zichzelf gekomen. Ze vertelde me (AG: Benner) hoe ze de moed had ontwikkeld om de beangstigde delen in zichzelf onder ogen te zien, met name haar seksualiteit. Ze vertelde me ook over de groeiende vrijheid die ze hierdoor ervoer om van andere te houden en echt zichzelf te zijn. Maar wat echt mijn aandacht trok was haar uitspraak dat het werken aan zichzelf met een agnostische Joodse psychotherapeut haar in de richting van het christendom had geleid.’
Schwarz: De casus van Judith zo zou uit het boek van Schwarz kunnen komen! Beangstigde, belaste delen (ballingen) onder ogen zien, ze met liefde omarmen brengt heling bij Judith. Ze werd meer en meer echt zichzelf. Onder de oppervlakte van haar beschermende delen kwam haar Zelf tevoorschijn. Anders gezegd: ze ging meer en meer een Zelf-geleid leven leiden. Een verandering in de binnenwereld leidt tot veranderingen in de buitenwereld: een groeiende vrijheid om van andere te houden. En in haar ontmengde Zelf ontmoet Judith God.
Wat een sprekende casus!