Kerkelijke regelzucht en Dr. J. Douma
In het Nederlands Dagblad van 8 november reageert Dr. J. Douma (emeritus hoogleraar ethiek – TU Kampen) met een column ‘Afspraak is afspraak’ op het artikel ‘Kerkelijke regelzucht nekt het geloof’ van Wubbo Scholte. Douma reageert vooral op één punt: waarom mensen de GKV verlaten. Hij zegt daarover: “Dat komt niet voort uit reactie tegen verstikkende regels, maar uit verzet tegen de kinderdoop en andere gereformeerde overtuigingen.”
Ik vind het jammer dat Douma zo reageert. Door zo te reageren versterkt hij het beeld dat broers en zussen de GKV vooral verlaten uit verzet tegen kinderdoop en andere gereformeerde overtuigingen. Ook doet hij Scholte m.i. tekort: kerkverlating zou volgens Scholte een reactie zijn tegen verstikkende regels. Waarom gaat Douma niet het gesprek aan van hart tot hart met Scholte? Probeert hij zich werkelijk te verplaatsen in Scholte? Scholte schreef niet zijn ergernis (voor zover daar sprake van is) van zich af, maar is geraakt door het vertrek van vrienden en kennis uit de vrijgemaakt-gereformeerde kerken. Heeft Douma dat “verdriet” wel voldoende gepeild? Er klinkt zo weinig bewogenheid door in zijn artikel.
Scholte vraagt aandacht voor dieper liggende oorzaken: onderliggende angst en wantrouwen. Hij stelt de vraag: “Welke geestelijke gesteldheid gaat er schuil achter deze regelcultuur?” Doordat “onderliggende angst en wantrouwen de sfeer in de kerken bepalen” vertrekken mensen uit de GKV. Het gaat Scholte m.i. vooral om de sfeer en het klimaat in de kerk. Sfeer en klimaat is meer, gaat verder dan regelzucht. Is de sfeer en het klimaat vooral geestelijk te noemen of spreekt er geestelijke armoede uit? Dat is toch een zeer valide vraag? Ik zei al eerder op deze blog, dat diezelfde vraag ook door Ad de Bruijne wordt gesteld in een artikel over kerkelijke eenheid. Het gevaar ligt altijd op de loer, dat regels, besluitvorming, gedrag in de kerk niet uit liefde (uit de Geest) voortkomt, maar een doel in zichzelf is geworden of (onbewust) gevoed worden door angst en wantrouwen. Maar, angst en wantrouwen zijn toch geen vruchten van de Geest?!
Ik vind het jammer dat Douma zo reageert. Door zo te reageren versterkt hij het beeld dat broers en zussen de GKV vooral verlaten uit verzet tegen kinderdoop en andere gereformeerde overtuigingen. Ook doet hij Scholte m.i. tekort: kerkverlating zou volgens Scholte een reactie zijn tegen verstikkende regels. Waarom gaat Douma niet het gesprek aan van hart tot hart met Scholte? Probeert hij zich werkelijk te verplaatsen in Scholte? Scholte schreef niet zijn ergernis (voor zover daar sprake van is) van zich af, maar is geraakt door het vertrek van vrienden en kennis uit de vrijgemaakt-gereformeerde kerken. Heeft Douma dat “verdriet” wel voldoende gepeild? Er klinkt zo weinig bewogenheid door in zijn artikel.
Scholte vraagt aandacht voor dieper liggende oorzaken: onderliggende angst en wantrouwen. Hij stelt de vraag: “Welke geestelijke gesteldheid gaat er schuil achter deze regelcultuur?” Doordat “onderliggende angst en wantrouwen de sfeer in de kerken bepalen” vertrekken mensen uit de GKV. Het gaat Scholte m.i. vooral om de sfeer en het klimaat in de kerk. Sfeer en klimaat is meer, gaat verder dan regelzucht. Is de sfeer en het klimaat vooral geestelijk te noemen of spreekt er geestelijke armoede uit? Dat is toch een zeer valide vraag? Ik zei al eerder op deze blog, dat diezelfde vraag ook door Ad de Bruijne wordt gesteld in een artikel over kerkelijke eenheid. Het gevaar ligt altijd op de loer, dat regels, besluitvorming, gedrag in de kerk niet uit liefde (uit de Geest) voortkomt, maar een doel in zichzelf is geworden of (onbewust) gevoed worden door angst en wantrouwen. Maar, angst en wantrouwen zijn toch geen vruchten van de Geest?!
Reacties
Een reactie posten