Spiritualiteit als bron voor verbondenheid
Afgelopen zondag ging de preek over ‘de gemeenschap der heiligen’. Dit naar aanleiding van Zondag 21 van de Heidelbergse catechismus. ‘Gemeenschap der heiligen’ noemen we tegenwoordig ook wel ‘verbondenheid’. Verbondenheid gaat in Zondag 21 zowel over verticale verbondenheid tussen God en mensen als over horizontale verbondenheid tussen mensen onderling. Verticale verbondenheid is m.i. ook weer te geven met het woord ‘spiritualiteit’. Horizontale verbondenheid komt voort uit spiritualiteit. Terecht zei de predikant, dat tekortschieten in (horizontale) verbondenheid de vraag oproept naar de mate en diepgang van spiritualiteit. Spiritualiteit is een voorwaarde, is de bron voor (horizontale) verbondenheid. Het valt mij elke keer weer op, hoe belangrijk spiritualiteit feitelijk is. Daar begint alles, dat is de drijfveer voor je handel en wandel. Je gedrag, je overtuiging hebben alles te maken met spiritualiteit.
Een aantal andere schrijvers zeggen hier het volgende over. Luiten zegt het in de in mijn vorige blog genoemde artikelen over (geestelijk) leidinggeven zo: “Voor iedere christen gaat in feite alles terug op zijn of haar relatie met de Heer. Vooral wat betreft de motivatie.” Ad de Bruijne zei het zo: “Geloof is de liefdesrelatie tot de levende persoon van Christus hier en nu.” En Henri Nouwen schrijft in het boekje Alles nieuw: Een spiritueel leven betekent dat we het leven van de Geest in onszelf en tussen ons mensen tot het centrum maken van alles wat we denken, zeggen en doen. Het gaat om een hart dat gericht is op het koninkrijk van de Vader. Het gaat hier om Jezus’ dringende oproep om het leven van Gods Geest voorrang te geven. Op zijn weblog van vrijdag 14 november schrijft Jos Douma: “In de tweede plaats wordt me steeds helderder waar ik me nu in mijn bediening op focus: spirituele gemeenteopbouw. Vandaag wordt er vooral veel aandacht besteed aan missionaire gemeenteopbouw (…). Nu wil ik geen tegenstelling creëren tussen missionaire en spirituele gemeenteopbouw, maar wel beweren dat op de langere termijn spirituele gemeenteopbouw van wezenlijker belang is, alleen al omdat het de bron zal blijken te zijn van missionaire gemeenteopbouw.”
Een aantal andere schrijvers zeggen hier het volgende over. Luiten zegt het in de in mijn vorige blog genoemde artikelen over (geestelijk) leidinggeven zo: “Voor iedere christen gaat in feite alles terug op zijn of haar relatie met de Heer. Vooral wat betreft de motivatie.” Ad de Bruijne zei het zo: “Geloof is de liefdesrelatie tot de levende persoon van Christus hier en nu.” En Henri Nouwen schrijft in het boekje Alles nieuw: Een spiritueel leven betekent dat we het leven van de Geest in onszelf en tussen ons mensen tot het centrum maken van alles wat we denken, zeggen en doen. Het gaat om een hart dat gericht is op het koninkrijk van de Vader. Het gaat hier om Jezus’ dringende oproep om het leven van Gods Geest voorrang te geven. Op zijn weblog van vrijdag 14 november schrijft Jos Douma: “In de tweede plaats wordt me steeds helderder waar ik me nu in mijn bediening op focus: spirituele gemeenteopbouw. Vandaag wordt er vooral veel aandacht besteed aan missionaire gemeenteopbouw (…). Nu wil ik geen tegenstelling creëren tussen missionaire en spirituele gemeenteopbouw, maar wel beweren dat op de langere termijn spirituele gemeenteopbouw van wezenlijker belang is, alleen al omdat het de bron zal blijken te zijn van missionaire gemeenteopbouw.”
Reacties
Een reactie posten