Het drama van een delegaat

Ik gaf al eerder aan dat het boek Lichtval van Philip Yancey gelezen kan worden als een casusbeschrijving. In het contextuele gedachtegoed (Nagy) kennen wij het begrip delegaat. Een delegaat is dat deel van het immateriële erfgoed waarin de ouders hun verwachtingen, vaak te goeder trouw, aan het kind opleggen. De belangen van het kind en zijn toekomst worden hiermee onvoldoende behartigd, dikwijls zelfs beschadigd. Vaak is datgene wat de ouders zelf zijn tekortgekomen in hun geschiedenis een belangrijke drijfveer. Bij het lezen van het boek moest ik denken aan dit begrip. Lees maar mee. 

Direct al op de vierde bladzijde van hoofdstuk 1 schrijft Philip dit over zichzelf en zijn broer: ‘De jaren waarin ik opgroeide werden gedomineerd, nee, dwingend beheerst door een gelofte die ze (AG: moeder Yancey) deed: dat mijn broer en ik die tragedie zouden goedmaken door de mantel van het leven van onze vader op ons te nemen.” De tragedie van het overlijden van vader Yancey op 23 jarige leeftijd. Vader Yancey had polio en moest kunstmatig beademt worden. Vader en moeder Yancey besloten om alle kaarten in te zetten op een (geloofs)wonder en verplaatsten vader Yancey tegen alle medische adviezen in van een ‘goed uitgerust ziekenhuis (AG: met beademingsapparatuur) naar een chiropractisch centrum (AG: zonder beademingsapparatuur)’. Niet lang daarna overlijdt hij daar. 

In hoofdstuk 4 schrijft Philip Yancey over die gelofte van moeder Yancey. Moeder Yancey vertelt: ‘”Ik ging naar de begraafplaats, naar het graf dat jullie zojuist hebben bezocht, een nieuw graf toen, met een heuveltje van aarde erop dat nog niet was ingeklonken. Ik wierp mijzelf met mijn gezicht naar beneden op die aarde, languit voorover, mijn armen uitgespreid over dat heuveltje, en ik snikte en schreeuwde het uit tot God. Net als Hanna (AG: een bijbels personage: de moeder van Samuel). Dat is het verhaal dat God mij gaf. Op dat moment droeg ik jullie allebei op aan God. Ik vroeg hem om jullie te gebruiken om de droom te vervullen die je vader en ik hadden – om jullie in onze plaats als zendeling in Afrika te gebruiken.”’ 

En in hoofdstuk 6 zegt ze dit: ‘”God heeft jullie met een doel gered. Ik zal alles doen wat ik kan om jullie te behouden, Want ik heb jullie aan Hem gegeven. Jullie leven is nu heilig en God heeft grote plannen met jullie.”’ 

Als Marshall bijna 21 jaar is besluit hij naar Wheaton College te gaan. Maar Wheaton wordt te licht bevonden door zijn moeder. ‘Als ze begint te praten stromen de woorden er in een woedende uitbarsting uit. “(…). Ik zal er alles aan doen om je te stoppen, jongeman. Je zult naar mij luisteren. Als je dit plan op een of andere manier weet uit te voeren, garandeer ik je één ding. Ik zal de rest van je leven elke dag bidden of God jou zal breken. Misschien krijg je dan een vreselijk ongeluk en sterf je. Dat zal je leren. Of, beter nog, misschien raak je verlamd. Dan lig je daar maar op je rug naar het plafond te staren en zul je beseffen hoe erg het is dat je in opstand bent gekomen tegen Gods wil en tegen alles waarin je volgens je opvoeding moet geloven.”’ Het immateriële erfgoed moet en zal door Marshall ‘verzilverd’ worden. Kost wat het kost. 

Als op de bruiloft van Philip en Janet er een groepsfoto van de Yanceys gemaakt moet worden, zegt moeder: ‘”Ik wil op geen enkele foto samen met die zogenaamde zoon van mij!”’ Moeder verstoot haar zoon Marshall. Hij is haar zoon niet meer. 

Er ontstaat naar mate de jaren verstrijken wel wat ontdooiing tussen moeder en Marshall. Vooral bij moeder Yancey. Zo schrijft ze een brief aan Marshall. Philip vertelt er dit over: ‘Moeder heeft kwetsbaar en teder geschreven. Ze ontkent haar dreigement om hem te vervloeken niet, maar houdt vol dat ze die dreiging nooit heeft uitgevoerd.’ 

Als moeder Yancey 96 jaar is geworden, vraagt ze aan Philip: ‘”Kun je één ding voor me doen?” “Zou je aan Marshall willen vragen of hij me nog steeds als zijn moeder beschouwt?”’ Philip schrijft: ‘Natuurlijk ging ik akkoord. Ik heb het hem verschillende keren gevraagd en elke keer zegt hij dat hij nog bezig is met het juiste antwoord. “Ik weet niet wat ik moet zeggen” is het enige wat hij eruit kan krijgen.’

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder