De vijgenbladeren

Tim Keller schrijft in hoofdstuk 8 van zijn boek Vergeven over het begrijpen van de ‘diepgravende psychologisch-geestelijke situatie van de vijgenbladeren’. Met het woord ‘vijgenbladeren’ refereert hij aan de zondeval zoals beschreven in Genesis 3 : 7 – 10. Na die zondeval regen Adam en Eva vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. “Ze voelen tot in het diepst van hun wezen dat er iets met hen aan de hand is, iets wat ze niet kunnen goedpraten. Nu willen ze zichzelf wanhopig graag bedekken, zelf invloed uitoefenen op wat anderen van hen zien, en de waarheid over wie ze zijn zelfs voor elkaar verbergen.” 

De illusie van de onechte ik werd zo geboren uit de zondeval van Adam en Eva. Volgens Benner (Gods geschenk jezelf te mogen zijn) is “de kern van het onechte ik (…) een verlangen om een zelfbeeld en een manier van omgaan met de wereld te presenteren”. “We leren te doen alsof.” Datgene wat als rol start, verandert in een identiteit. “In het begin weerspiegelen onze maskers hoe we willen dat anderen ons zien. Maar in de loop van de tijd wordt het een afspiegeling van hoe we onszelf willen zien.” “(…), we hebben onze authenticiteit verloren en hebben een identiteit aangenomen die is gebaseerd op een illusie.” 

Keller beschrijft in zijn boek aan welke ‘vijgenbladeren’ hij zoal denkt: “Jouw perfectionisme is een vijgenblad. Je werk is een vijgenblad. Je wens om eeuwig jong te blijven is een vijgenblad.” En: “succesvol moederschap als bedekking van haar gevoel van tekortschieten en niet geaccepteerd kunnen worden”. “Het zijn allemaal wanhopige pogingen om iets te doen aan het gevoel dat we allemaal kennen: dat we niet aanvaard – of niet geliefd – kunnen zijn. Maar vijgenbladeren werken niet.” 

Keller vervolgt: “Als we niet bereid zijn om te luisteren naar het Bijbelse onderwijs over waar dit gevoel van ‘naaktheid’ vandaan komt – en als we de vijgenbladeren in ons eigen leven niet herkennen – dan kunnen we gaan kant meer op.” De schrijver verbindt hier als het ware Godskennis (‘Bijbelse onderwijs’) aan zelfkennis (herkennen vijgenbladeren in ons eigen leven), zoals ook Benner dat doet in zijn hierboven genoemde boek. 

Keller schrijft dat ‘vijgenbladeren’ en ‘afgoden’ (of pseudogoden/namaakgoden) in wezen gelijk zijn, “maar door ze hier vijgenbladeren te noemen wordt duidelijk op welke specifieke manier ze ons helpen om grip te houden op hoe anderen naar ons kijken en zelfs op hoe we naar onszelf kijken (AG: zelfbeeld)”. 

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder