In de woestijn verstomt het oordeel
In ‘De woestijn zal bloeien’ schrijft Henri Nouwen o.a. over de relatie tussen dicht bij mensen komen en oordelen. Over dit onderwerp schreef ik al eerder de blog ‘Oordeel niet’. Toen ik Nouwen las, moest ik hier weer aan terugdenken. Hij schrijft dat mededogen (medelijden) nooit kan samengaan met oordelen, “want oordelen schept afstand, onderscheid, en dat verhindert ons om werkelijk bij de ander te zijn”. Dus dicht bij mensen komen, een relatie op zielsniveau kan niet samengaan met oordelen.
Volgens Nouwen is het pastoraat, onze omgang met anderen, doortrokken met oordelen. “Vaak geheel onbewust delen we onze mensen in in zeer goed, goed, neutraal, slecht en zeer slecht.” Of om een andere indeling te gebruiken: in degelijk (?) gereformeerd, gereformeerd en evangelisch. “Deze beoordeling heeft grote invloed op ons pastoraat (…). Voor we het weten trappen we in de val van de self-fulfilling prophecy.” Degenen van wie wij denken dat ze tot een bepaalde categorie behoren, behandelen we ook zo en op die manier dwingen we hen om zich zo te gedragen als wij hen zien. “En zo wordt een groot deel van ons pastoraat ingeperkt door de oogkleppen van ons eigen oordeel. Deze door onszelf gecreëerde blikvernauwing verhindert ons om beschikbaar te zijn voor mensen en laat ons mededogen verkwijnen.” Nouwen tekent daarbij aan, dat mededogen moeilijk is, “omdat het vraagt om de innerlijke bereidheid om met andere mensen mee te gaan naar de plek waar zij zwak zijn, kwetsbaar, eenzaam en gebroken”.
Nouwen noemt nog een reden waarom we moeten ophouden te oordelen. Als we ons bewust zijn van onze zonden en onze afhankelijkheid van Gods genade, dan vellen we niet een oordeel over de zonden van andere mensen. Een meedogend mens is zich zo bewust “van het lijden van anderen, dat het hem of haar eenvoudig onmogelijk is stil te staan bij hun zonden”.
Maar hoe word je een meedogend mens? Door de Geest. Nouwen beschrijft in genoemd boek de spiritualiteit van de woestijn en noemt drie wegen die leiden naar het leven van de Geest: eenzaamheid (alleenzijn met God), zwijgen (luisteren naar God) en gebed.
Volgens Nouwen is het pastoraat, onze omgang met anderen, doortrokken met oordelen. “Vaak geheel onbewust delen we onze mensen in in zeer goed, goed, neutraal, slecht en zeer slecht.” Of om een andere indeling te gebruiken: in degelijk (?) gereformeerd, gereformeerd en evangelisch. “Deze beoordeling heeft grote invloed op ons pastoraat (…). Voor we het weten trappen we in de val van de self-fulfilling prophecy.” Degenen van wie wij denken dat ze tot een bepaalde categorie behoren, behandelen we ook zo en op die manier dwingen we hen om zich zo te gedragen als wij hen zien. “En zo wordt een groot deel van ons pastoraat ingeperkt door de oogkleppen van ons eigen oordeel. Deze door onszelf gecreëerde blikvernauwing verhindert ons om beschikbaar te zijn voor mensen en laat ons mededogen verkwijnen.” Nouwen tekent daarbij aan, dat mededogen moeilijk is, “omdat het vraagt om de innerlijke bereidheid om met andere mensen mee te gaan naar de plek waar zij zwak zijn, kwetsbaar, eenzaam en gebroken”.
Nouwen noemt nog een reden waarom we moeten ophouden te oordelen. Als we ons bewust zijn van onze zonden en onze afhankelijkheid van Gods genade, dan vellen we niet een oordeel over de zonden van andere mensen. Een meedogend mens is zich zo bewust “van het lijden van anderen, dat het hem of haar eenvoudig onmogelijk is stil te staan bij hun zonden”.
Maar hoe word je een meedogend mens? Door de Geest. Nouwen beschrijft in genoemd boek de spiritualiteit van de woestijn en noemt drie wegen die leiden naar het leven van de Geest: eenzaamheid (alleenzijn met God), zwijgen (luisteren naar God) en gebed.
Reacties
Een reactie posten