Staat van bewustzijn

Als je het boek De kracht van het Nu van Eckhart Tolle openslaat dan kom je veelvuldig het woord ‘bewustzijn’ (en afgeleide vormen als (on)bewustheid of ‘(on)bewust’) tegen. Dat begint al in het voorwoord. Daar schrijft Tolle dat het boek een bijdrage levert ‘aan de zo noodzakelijke transformatie van bewustzijn’. Hij schrijft daar over “hoe noodzakelijk en urgent een radicale verandering in bewustzijn is” en dat bij veel mensen “het oude bewustzijn nog zeer sterk aanwezig” is. 

In de inleiding vertelt Tolle hoe het boek is ontstaan. Hij worstelde met onophoudelijke angsten, afgewisseld met perioden van suïcidale depressiviteit. Hij wilde op een gegeven moment een einde aan zijn leven maken. “’Ik kan niet meer leven met mezelf.’ Die gedachte bleef zich maar in mijn geest herhalen. En opeens werd ik me bewust hoe eigenaardig die gedachte was. Ben ik een of twee? Als ik niet met mezelf kan leven, moeten er twee ikken zijn: het ‘ik’ en het ‘zelf’ waar ‘ik’ niet mee kan leven. Ik dacht, misschien is maar een van die twee echt.” Hij maakte vervolgens een verbijsterende ervaring mee en werd de volgende morgen als een ander mens wakker. Jaren later realiseerde hij zich wat hij had meegemaakt. “Ik begreep dat de intense druk van het lijden in die nacht mijn bewustzijn moet hebben gedwongen de identificatie met het lijdende en angstige zelf, (…), op te geven.” “Wat overbleef was mijn ware natuur als het altijd aanwezige ik ben: bewustzijn in zijn zuivere toestand, (…).” 

In hoofdstuk 1 vergelijkt Tolle ‘denken’ met ‘bewustzijn’. “Denken is niet synoniem aan bewustzijn. Denken is maar een klein aspect van het bewustzijn. Het denken kan zonder bewustzijn niet bestaan, maar bewustzijn kan het goed stellen zonder denken.” “Niet-verstand is bewustzijn zonder denken.” 

Hoofdstuk 2 heeft als titel meegekregen ‘Bewustzijn: bevrijding van pijn’. Tolle schrijft daar over het (emotionele) pijnlichaam. Elke emotionele pijn die je ervaart laat doorgaans een residu van pijn achter dat in je voorleeft. Daarbij komt ook de pijn uit het verleden, die zich genesteld heeft in je geest en je lichaam. “Deze opgehoopte pijn is een veld van negatieve energie dat je lichaam en geest bezet. Als je het (AG: pijnlichaam) ziet als een onzichtbare, zelfstandige entiteit, zit je er niet ver naast.” “Het pijnlichaam, (…), is eigenlijk bang voor het licht van je bewustzijn. Het is bang doorzien te worden.” “Op het moment dat je het waarneemt, zijn energieveld in je lichaam voelt en er met je aandacht naartoe gaat, is de identificatie doorbroken.” 

In hoofdstuk 3  lees ik opnieuw over bewustzijn. “De kern van wat ik hier zeg (AG: over verleden, Nu, toekomst), kun je met het verstand niet begrijpen. Op het moment dat je het snapt, treedt er in je bewustzijn een verschuiving op van verstand naar Zijn, van tijd naar aanwezigheid in het Nu.” 

Tolle schrijft in dit hoofdstuk over een “reactie met een sterke emotionele lading”. “In zulke gevallen ben je geneigd ‘onbewust’ te worden. De reactie of emotie neemt de leiding van je over; je ‘wordt’ die reactie of emotie. Je leeft die uit. (…). Alleen ben jij dat niet, het is het reactiepatroon, het verstand in zijn gebruikelijke overlevingsmodus.” 

Tolle stelt de vraag wat nu de kwaliteit van je bewustzijn bepaalt? En geeft als antwoord: “Dat is je mate van aanwezigheid.” 

In hoofdstuk 4 maakt Tolle onderscheid tussen verschillende niveaus van onbewustheid. “Wat ik gewone onbewustheid noem betekent dat je je identificeert met je denkprocessen, emoties, je reacties, verlangens en antipathieën. Voor de meeste mensen is dit de gewone toestand. In die toestand word je geleefd door het op het ego gerichte verstand en ben je je niet bewust van Zijn.” Tolle vergelijkt deze toestand met ‘een soort achtergrondruis’. “Het onbestemde gevoel van de gewone onbewustheid verandert in pijn van diepe onbewustheid – (…) – als ‘het verkeerd gaat’, als het ego bedreigd wordt of bij een grote uitdaging, bedreiging, bij al dan niet reëel verlies in je levenssituatie of een conflict in een relatie. Het is een versterkte versie van de gewone onbewustheid, die niet zozeer anders van aard is als wel anders in intensiteit.” “Diepe onbewustheid betekent meestal dat het pijnlichaam geactiveerd is en dat je je daarmee identificeert.” “Al het onbewuste lost op als je het licht van het bewustzijn erover laat schijnen.” 

Diepe onbewustheid, (…), moet je meestal omzetten door een combinatie van aanvaarding en het licht van je aanwezigheid, je ononderbroken aandacht. Veel patronen in de gewone onbewustheid daarentegen kun je makkelijk loslaten als je weet dat je ze niet meer wilt en niet meer nodig hebt, zodra je weet dat je kunt kiezen, dat je niet een bundel geconditioneerde reflexen bent.” Tolle geeft vervolgens vanaf pagina 90 allerlei voorbeelden van gewone onbewustheid. 

In hoofdstuk 5 lees ik o.a. dit: “Al het bestaande heeft Zijn, herbergt de God-essentie, bezit een zekere mate van bewustzijn.” “Alles leeft. De zon, de aarde, planten, dieren, mensen – ze zijn allemaal uitdrukking van bewustzijn op verschillende niveaus, bewustzijn dat zich manifesteert in vorm. De wereld ontstaat als het bewustzijn gestalten en vormen aanneemt, gedachtevormen en materiële vormen.” 

“Bij de moderne mensen heeft het bewustzijn zich compleet geïdentificeerd met zijn vermommingen. Het kent zichzelf alleen als vorm en leeft daarom in de voortdurende angst voor de vernietiging van zijn lichamelijke of psychische verschijning.” 

“Steeds als je het verstand waarneemt, onttrek je bewustzijn aan de vormen van je verstand, en dat wordt dan wat we de getuige of toeschouwer noemen. De toeschouwer – zuiver bewustzijn zonder vorm – wordt vervolgens sterker en de mentale vormen zwakker.” 

Hoofdstuk 6: “Om je bewust te worden van Zijn moet je bewustzijn heroveren op je verstand. Dat is een van de belangrijkste taken op je spirituele reis. Daarmee bevrijd je enorme hoeveelheden bewustzijn die daarvoor vastzaten in nutteloos en dwangmatig denken. Een effectieve methode om dat te doen is door je aandacht af te leiden van je denken en op je lichaam te richten, (…).” 

Tolle onderscheidt naast het fysieke lichaam ook een ‘onzichtbaar innerlijk lichaam’: ‘de poort tot Zijn, tot het Ongemanifesteerde Leven’.  “Door het innerlijke lichaam ben je voor altijd één met God.” “De kunst van het bewustzijn van het innerlijke lichaam ontwikkelt zich tot een volkomen nieuwe manier van leven, een toestand van permanente verbondenheid met Zijn, en voegt een diepte aan je leven toe die je nooit eerder gekend hebt.” 

“Aanwezigheid is zuiver bewustzijn, bewustzijn dat op het verstand, de wereld van de vormen heroverd is.” “Je bewust zijn van je innerlijke lichaam betekent dat het bewustzijn zich zijn oorsprong herinnert en terugkeert naar de Bron.” 

Tolle schrijft dat bewustzijn van je innerlijke lichaam ook als voordeel heeft ‘een opvallende vertraging van het verouderingsproces van het lichaam’. En: “Hoe meer bewustzijn je in je lichaam brengt, des te sterker het immuunsysteem.” 

Hoofdstuk 8 gaat over verlichte relaties. “Tenzij en totdat je toegang krijgt tot de bewustzijnsfrequentie die inherent is aan de toestand van aanwezigheid, zijn al je relaties en in het bijzonder je intieme relaties in diepe zin onvolkomen en uiteindelijk verstorend.” Daarbij is volgens Tolle de positieve kant van die verstoring niet los verkrijgbaar van de negatieve kant. “Beide kanten zijn in feite verschillende aspecten van dezelfde verstoring.” Hoe hier mee om te gaan werkt Tolle verder uit in dit hoofdstuk. Hij schrijft daar o.a. over dat ware liefde pas kan stromen ‘wanneer je je voorgoed bevrijd hebt van je identificatie met je verstand, en je aanwezigheid zo intens is dat je het pijnlichaam kunt oplossen of in elk geval aanwezig kunt blijven als toeschouwer’. “Een echte relatie wordt pas mogelijk als je je bewust bent van Zijn.”

In hoofdstuk 9 schrijft Tolle over (on)bewustheid en drama’s in je leven. “De meeste zogenaamd slechte dingen die mensen overkomen zijn het gevolg van onbewustheid. De mensen, of liever hun ego’s, maken ze zelf. Soms noem ik zulke dingen ‘drama’. Als je volledig bewust bent komt er geen drama meer in je leven.” Het ego veroorzaakt drama’s. “Wanneer je leeft vanuit een volkomen aanvaarding van wat is, is dat het einde van het drama in je leven. Niemand kan nog een woordenwisseling met je hebben, (…).” “Als je volledig bewust bent, heb je ook geen conflicten meer.” 

‘Alle kwaden zijn het gevolg van onbewustheid. Je kunt de gevolgen van onbewustheid verzachten maar niet uitbannen, tenzij je hun oorzaak uitbant. Werkelijke veranderingen vindt plaats in je binnenwereld, niet in de buitenwereld.” “Onthoud dat je tegen onbewustheid net zomin kunt vechten als tegen donker. Als je het toch probeert, worden de polaire tegenstellingen versterkt en raken dieper verankerd. Je raakt geïdentificeerd met een van de polen, je schept een ‘vijand’, en zo word je zelf in de onbewustheid getrokken. Wek bewustheid door informatie te verspreiden of in het uiterste geval door passief verzet te plegen.” 

In hoofdstuk 10 schrijft Tolle over de betekenis van overgave. Overgave betekent ‘dat je het huidige moment onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud accepteert’. “Je aanvaardt de ‘isheid’ van de situatie. Dan kom je in actie en doe je alles wat je kunt om uit de modder te komen. Dat is wat ik positieve actie noem.” “Werkelijk positieve actie kan niet voortkomen uit een bewustzijnstoestand zonder overgave.” 

Over de relatie tussen keuze en bewustzijn schrijft Tolle ook in dit hoofdstuk. Daarover meer in deze blog

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder