Halík en je Zelf

 Ik las de afgelopen weken de volgende drie boeken:

  • De kracht van het Nu van Eckhart Tolle;
  • Kun je een rups leren vliegen? van Jan Bommerez;
  • en: De namiddag van het christendom van Tomáš Halík.

Drie heel verschillende boeken. De kracht van het Nu is een spiritueel boek. Kun je een rups leren vliegen? is een boek over transformationeel leiderschap. En Halík staat in de namiddag van het christendom stil bij de toekomst van de kerk en het christendom. 

Verschillende boeken waarin toch ook deels dezelfde onderwerpen aan de orde komen. Daarover schreef ik al eerder de blog Bommerez ontmoet Tolle. Er zijn ook onderwerpen die in alle drie de boeken aan bod komen. Zo’n onderwerp is ‘je zelf’: je echte ik in tegenstelling tot je onechte, valse, illusionaire, denkbeeldige ik (ook wel ego genoemd). Hoe Tolle en Bommerez daar tegenaan kijken, komt in mijn hiervoor geschreven blogs al naar voren. In deze blog meer over wat Halík daarover schrijft. 

“De namiddag van het leven – de volwassenheid en de ouderdom – heeft echter een andere en belangrijkere taak dan de ochtend van het leven: een geestelijke reis, een afdaling in de diepte.” “Dit laatste (AG: het overwinnen van je egocentrisme) is de belangrijkste hinderpaal op de weg van het Ego, het centrum van ons bewuste leven, naar een dieper centrum, het innerlijke ik (das Selbst). Door deze wending van het ‘kleine ik’ naar het meest fundamentele en wezenlijke (we kunnen dit God of ‘Christus in ons’ noemen), vervult de mens de zin van het leven en bereikt hij de volwassenheid en de volheid.” Volheid in de zin van heelheid. 

“De evangelieverkondiging, de centrale taak van de Kerk, zal nooit ‘nieuw’ en effectief genoeg zijn als ze niet doordringt tot de dieptedimensie van het menselijke leven en de menselijke cultuur, de habitat van de spiritualiteit. Als de evangelieverkondiging bestaat uit het zaad van het evangelie in goede aarde te zaaien, dan moet die aarde iets dieper zijn dan de rationele en emotionele componenten van de menselijke persoonlijkheid. Het moet gaan om dat innerlijke gebied dat Augustinus memoria noemde, Pascal het ‘hart’ en Jung das Selbst. Daar bevindt zich die moederschoot waaruit de mens – in de geest van Jezus’ woorden tot Nicodemus – ‘opnieuw geboren’ moet worden (vgl. Joh. 3:3-6).”

“(…): onze opvattingen, zelfs onze religieuze opvattingen, draaien voortdurend om ons ego, ze bewegen zich in die smalle, ondiepe laag van het bewuste en rationele deel van onze psyche. Maar de genadegaven, dat wil zeggen, liefde, geloof en hoop, (…), komen voort uit dat diepere centrum, uit ons zelf (das Selbst), uit die goddelijke vonk die, (…), daar woont.” 

“Wat moet er bij ons rijpen en waarmee moet die namiddag gevuld zijn?” “(…): het gaat om een overgang van egocentrisme, van de zelfgerichtheid van het ‘kleine ik’, naar een nieuwe identiteit, naar een dieper en tegelijk ruimer ‘nieuw zelf’. Deze transformatie, (…), wordt vaak in ruimtelijke metaforen uitgedrukt: “een weg de diepte in’, ‘een reis naar ons innerlijk’.” “In de mate waarin we het zwaartepunt van ons leven naar dat innerlijke centrum verleggen, ontmoeten we God op een nieuwe en volmaaktere manier; dat geldt eveneens voor ons contact met andere mensen en met alle stemmen die in de schepping klinken. God als de diepte van de werkelijkheid is ‘God in alle dingen’.”

Reacties

Veel gelezen berichten

Vergeving is goed, maar verzoening is beter

Bevrijd van jezelf

De GKv moet verder met één predikant minder